Omschrijving

Naam en omschrijving

Geef een herkenbare naam en eventuele omschrijving op, zodat je de constructies eenvoudig kunt terugvinden

Visualisatie

Een constructie kan gevisualiseerd worden door middel van een kleur. Bij Eigenschappen-Bouwdelen kun je hiermee overzichtelijk je bouwdelen herkennen in de tabel en in het 3D model.

Type

De constructietypen worden door het programma in een geometrie automatisch herkend en kunnen automatisch toegewezen worden in een bouwkundig sjabloon;

  • VloerWordt automatisch toegewezen aan alle onderste vlakken van ruimten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen tussenvloeren en vloeren die grenzen aan buitenlucht of grond.
  • Plat dak Wordt automatisch toegewezen aan alle bovenste horizontale vlakken die aan de buitenlucht grenzen. Mocht het vlak niet horizontaal zijn, wordt het vlak automatisch een hellend vlak.
  • Hellend dak Wordt automatisch toegewezen aan alle bovenste diagonale vlakken die aan de buitenlucht grenzen. Mocht het vlak horizontaal zijn, dan wordt het vlak automatisch een plat dak.
  • Gevel of scheidingswanden Worden automatisch toegewezen aan alle verticale of nagenoeg verticale vlakken van een ruimte. We onderscheiden hier tussenwanden en wanden die aan de buitenlucht grenzen. Deze wanden kunnen zowel dragend als niet dragend zijn.
  • Panelen Worden automatisch toegewezen aan alle geplaatste panelen. Deze deelvlakken plaats je zelf in de Geometrie.
  • Ramen Worden automatisch toegewezen aan alle geplaatste ramen. Deze deelvlakken plaats je zelf in de Geometrie.
  • Deuren Worden automatisch toegewezen aan alle geplaatste deuren. Deze deelvlakken plaats je zelf in de Geometrie.

Welke deelconstructies automatisch toegewezen moeten worden, geef je op in het ruimtesjabloon Bouwkundig.

Invoer

Hiermee bepaal je hoe de constructie wordt opgegeven en berekent. Een constructie wordt opgegeven met materiaallagen of door aan de hand van Rc-waarde en massa.

  • Materiaallagen Met deze mogelijkheid geef je een constructie op via een pakket aan voor gedefinieerde materialen. De Rc- of U-waarde van de gehele constructie wordt dan automatisch voor je uitgerekend aan de hand van de huidige normering.
    Bij deze optie moeten er Materialen gedefinieerd zijn.
  • Rc en massa Met deze mogelijkheid geef je zelf een Rc-waarde op. Dit betekent een versimpelde berekening en kan handig zijn als de materialisering nog niet bekend is. Bij deze optie hoef je geen Materialen op te geven.
  • Standaardraam Wanneer is gekozen voor type raam, kan worden gekozen voor de invoergegevens voor een standaard raam.
  • Klimaatraam Wanneer je gekozen hebt voor type raam, kan worden gekozen voor de invoergegevens voor een klimaatraam. Dit betreft Glasgegevens binnen en buiten, en eventuele Ventilatie. Ook kunnen er net als bij Standaard raam de Kozijngegevens en eventuele Zonwering opgegeven worden.
Voor een warmteverlies- en koellastberekening is het aan te bevelen de constructies via materiaallagen op te geven. Wordt de constructie opgegeven door de Rc en massa, zal het programma hiervoor een constructie kiezen bestaande uit drie lagen: steen-isolatie-steen.

Voor Gebouwsimulatie is het een vereiste om de constructie via materiaallagen op te geven.

In de standaard bibliotheek van Vabi Elements staan een hoop constructies met materialen klaar, die je eenvoudig naar je project kunt kopiëren.

Publicaties constructie bibliotheek

De constructies die standaard in de bibliotheek van Vabi Elements worden meegeleverd, komen uit de volgende publicaties:

Publicatie 60 (2004)

U- en R- Waarden van bouwkundige constructies

Publicatie 32 (2011) Hoofdstuk 2 & bijlage C t/m F

Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen, fysische materiaalgegevens

NEN 1068:2012/C1:2014

Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden

NPR 2068:2002

Thermische isolatie van gebouwen – Vereenvoudigde rekenmethoden

Afwerking

Bij vloeren, daken, wanden, panelen en deuren kan de afwerking voor zowel de binnenkant (binnen) als de buitenkant (buiten) van de constructie opgeven worden. Belangrijk te weten is dat wanden, panelen, ramen en deuren gedefinieerd worden met behulp van een binnen- en buitenzijde. Vloeren en daken worden gedefinieerd aan de hand van boven en onder, ongeacht of dit de binnen- of buitenzijde betreft.

Type

  • Warmteverlies
  • Koellast

Voor de koellastberekening dient er voor het bepalen van de vertrekmassa een type aangegeven te worden. Het type kan alleen bij Rc en massa opgegeven worden. Bij materiaallagen wordt deze invoer automatisch bepaald.

Voor een warmteverliesberekening moet voor de bepaling van de oppervlak opwarmtoeslag (ISSO 2012) aangeven worden wat het type constructie is. Voor een berekening volgens ISSO 2017 zijn deze velden niet van toepassing.

  • Steenachtig Een steenachtige wand is een wand zonder bekleding waar geen isolerende laag met een lambda-waarde <= 0.07 W/(m.K) aan de zijde aanwezig is. Deze wand wordt bij de warmteverliesberekening voor 100% meegenomen voor opwarmen.
  • Steenachtig met isolatiebekleding Een steenachtige wand met bekleding is een wand waar aan de binnen en/of buitenzijde een isolerende laag met een lambda-waarde <= 0.07 W/(m.K) aanwezig is. Deze wand wordt bij de warmteverliesberekening voor 70% meegenomen voor opwarmen.
  • Niet steenachtig Een niet steenachtige wand wordt voor de opwarmtoeslag niet meegenomen. Bij een berekening volgens ISSO 2017 hebben deze invoervelden geen functie.

Absorptie

  • Gebouwsimulatie
  • Koellast

Absorptie is de warmte of koude die een oppervlak van een constructie kan opnemen in verhouding tot de soortelijke warmte. Deze eigenschap is bijvoorbeeld afhankelijk van de oppervlakte afwerking zoals kleur en coating en het type materiaal. De absorptie geldt voor de kortgolvige zonnestraling. De emissie betreft de langgolvige straling. Deze hoeven dus niet gelijk te zijn.

Publicatie

Publicatie 32 (2011) bijlage E

Absorptiefactoren voor niet-transparante materialen

 

Emissie

  • Gebouwsimulatie

Emissie is de warmte of koude die een oppervlak van een constructie kan afgeven aan zijn omgeving in verhouding tot de soortelijke warmte. De emissie betreft de langgolvige straling. De absorptie geldt voor de kortgolvige zonnestraling. Absorptie en emissie behoeven dus niet aan elkaar gelijk te zijn. Deze eigenschap is afhankelijk van het type materiaal. Metalen oppervlakken hebben over het algemeen een lagere waarde.

Materiaal

Metselwerk

Verf (ongeacht de kleur)

Geoxideerd staal

Blank staal

Gepolijst staal

Emissiecoëfficiënt

0,91

0,88

0,79

0,35

0,26

Materiaallagen

Belangrijk te weten is dat wanden, panelen en deuren gedefinieerd worden met behulp van een binnen- en buitenzijde. Vloeren en daken worden gedefinieerd aan de hand van boven en onder, ongeacht of dit de binnen- of buitenzijde betreft.

 

Voeg een materiaallaag toe, kopieer of verwijder deze en/of verplaats materiaallagen met de pijltjes.

Dikte

  • Alle modules

Geef de dikte van de materiaallaag op in milimeters.

Materiaal

  • Alle modules

Kies een van de materialen die gedefinieerd zijn.

Thermisch actief

  • Gebouwsimulatie
  • Warmteverlies

Wanneer er sprake is van een afgifteapparaat die een thermisch active laag gebruikt, geef je hier aan in welke laag dit afgifteapparaat zit. Dit is nodig voor de afgifte-apparatenvloerverwarming, vloerkoeling, stralingsplafond, koelplafond, wandverwarming of betonkerenactivering. Een thermisch actieve laag kan enkel in een vloer, dak of wand zitten.

Plenum

  • Warmteverlies

Vink aan wanneer de materiaallaag onderdeel is van het plenum. Een plenum is de ruimte tussen het ‘echte’ plafond en een verlaagd plafond, maar ook die tussen de ‘echte’ vloer en een verhoogde vloer, zoals die bij computerruimtes wordt toegepast. Deze ruimte wordt meegenomen als netto inhoud van een ruimte, omdat hier ook lucht kan komen. Er kan alleen in een vloer of dak een plenumgedeelte toegewezen worden. Het plenum wordt gemeten van de onderkant van het plenum tot de onderkant van de erboven liggende vloer.

WV: Bij de ISSO 51 rekenmethodiek wordt de gemiddelde plenumhoogte buiten beschouwing gelaten omdat men er vanuit gaat dat een plenum niet in een woning voorkomt. Al wordt de geometrie opgegeven in hart op hart maten; er wordt namelijk gerekend met inwendige afmetingen. Het programma berekent de afmetingen met behulp van de opgegeven wanddikte en gemiddelde vloerdikte.

Rc en Massa

Thermisch actief

  • Gebouwsimulatie
  • Warmteverlies

Thermisch actief geeft aan welke de thermisch actieve laag is. Deze wordt vervolgens gekoppeld aan het gekozen afgiftesjabloon; mits er een afgifte-apparaat is toegewezen die de thermische actieve laag gebruikt, zoals bijvoorbeeld vloerverwarming, vloerkoeling, stralingsplafond, koelplafond, wandverwarming of betonkernactivering. Een thermisch actieve laag kan enkel in een vloer, dak of wand zitten.

Rc-waarde

  • Gebouwsimulatie
  • Warmteverlies
  • Koellast
  • EPG

De Rc-waarde is de totale warmteweerstand van de constructie. Een goed geïsoleerde constructie heeft een zo hoog mogelijke Rc-waarde.

Massa

  • Gebouwsimulatie
  • Warmteverlies
  • Koellast

De massa is het gewicht van de constructie, uitgedrukt in vierkante meters.

  • licht (100 kg/m²),
  • gemiddeld (200 kg/m²),
  • zwaar (500 kg/m²)
Publicatie

Publicatie 32 (2011) 2.1.1

GS

Soortelijke massa, warmtegeleidingscoëfficiënt en soortelijke warmte

 

Dikte

  • Gebouwsimulatie
  • Warmteverlies
  • Koellast
  • EPG

De dikte is de totale dikte van de constructie en is altijd van belang. Het programma neemt de wanddikten namelijk mee in de berekening van netto vloeroppervlakten en netto inhoud.

Plenumdikte

  • Warmteverlies

De plenumdikte is de dikte van het plenum. Plenumdikte voert men alleen in bij een vloer of dak. Het plenum geeft aan of de materiaal laag onderdeel is van het plenum. Een plenum is de ruimte tussen het “echte” plafond en een verlaagd plafond maar ook die tussen de “echte” vloer en een verhoogde vloer zoals bij computerruimtes wordt toegepast. Deze ruimte wordt meegenomen als netto inhoud van een ruimte, omdat hier ook lucht kan komen. Plenum voert men alleen in bij een vloer of dak. Het plenum wordt gemeten van de onderkant van het plenum tot de onderkant van de erboven liggende vloer.

WV: Bij de ISSO 51 rekenmethodiek wordt de gemiddelde plenumhoogte buiten beschouwing gelaten omdat men er vanuit gaat dat een plenum niet in een woning voorkomt. Al wordt de geometrie opgegeven in hart op hart maten; er wordt namelijk gerekend met inwendige afmetingen. Het programma berekent de afmetingen met behulp van de opgegeven gemiddelde wanddikte en gemiddelde vloerdikte.

Luchtspouw

Constructie bevat reflecterende folie

  • EPG

Als een constructie reflecterende folie bevat, dan worden andere warmte- overgangsweerstanden gebruikt, waardoor de thermische isolatie van een constructie beter wordt. Vink aan wanneer hiervan sprake is bij bij vloeren, daken, wanden, panelen en deuren.

Publicatie

NEN 1068:2012 bijlage A.2

Thermische isolatie van gebouwen

 


Terug naar Hulpmiddelen