Bekijk hieronder de veelgestelde vragen. Waarschijnlijk kunnen de antwoorden je snel verder helpen.
Er zijn een aantal eisen waaraan de CAD tekening moet voldoen. Wanneer er niet goed getekend is, kunnen er veel rode vlakken en punten ontstaan, die lastig zijn om achteraf te repareren. Let bijvoorbeeld op de volgende punten:
Download het document met de 10 aandachtspunten bij het inlezen van een 2D-CAD Tekening in Vabi Elements.
Dit is mogelijk door alles boven deze verdieping omhoog te slepen, zoals in dit filmpje wordt voorgedaan:
Wanneer gekozen is voor klimaatfile NEN 5060, wordt er met een samengesteld klimaatfile gerekend. Deze klimaatgegevens zijn betrokken op de klimatologische gegevens over de periode 1986 tot en met 2005 van meteorologiestation De Bilt.
Het jaar 1906 is in Vabi Elements als fictief jaar gekozen, omdat het samengestelde jaar geen jaartal heeft. Dit jaar is gekozen omdat het op een maandag begint. Er wordt dus gewoon gerekend met de gegevens uit 1986-2005.
De PMV eis conform de internationale norm NEN-EN-ISO 7730, maakt een theoretische weging op het percentage mensen die ontevreden (PPD) zijn over het comfort in de ruimte (figuur 1). Een negatieve PMV geeft aan dat mensen het te koud vinden en een positieve PMV geeft aan dat mensen het te warm vinden.
Wanneer het niet kouder wordt dan 20°C, kan het alsnog als koud worden ervaren door de mensen, waardoor er onderschrijvingsuren worden geteld.
Dit kan komen door een te lage CLO en MET waarde, dat je kunt aanpassen bij de Interne Warmte Productie Personen. Daarnaast kunnen grote ramen zorgen voor koude straling en zorgt ook de luchtvochtigheid ervoor hoe de aangenaam het binnenklimaat wordt ervaren. Het wordt aangeraden om je invoer hierop te controleren.
Deze melding heeft te maken met een te hoog vochtgehalte in een ruimte. Dit kan worden veroorzaakt door een te kort of geen ventilatie met behandelde lucht, een hoge persoonsbelasting, een lage ruimtetemperatuur of veel infiltratie (vochtige buitenlucht). Wij raden dan aan om hier de invoergegevens op te controleren. Een eerste actie kan zijn om de WTW uit de luchtbehandeling te verwijderen en te controleren of de berekening dan wél doorgaat. Als er een WTW is toegepast is er namelijk een controle op de retourconditie. Vervolgens kunnen in de uitvoer de ruimten gezocht worden waar de te hoge RV waarden optreden en wanneer. In de daguitvoergrafiek van betreffende ruimte kan dan waarschijnlijk de oorzaak gevonden worden. Bijvoorbeeld wél persoonsbelasting maar geen ventilatie.
Wanneer een ruimte niet wordt doorgerekend, wordt deze gezien als identieke ruimte t.o.v. de aanliggende wel door te rekenen ruimte.
Het wordt echter wel aangeraden om alle omliggende ruimten door te rekenen voor een nauwkeuriger resultaat.
Een lange rekentijd kan veel oorzaken hebben. Het loont al om goed naar de meldingen tijdens het rekenen te kijken.
De rekentijd kan vanuit de geometrie komen. Een geometrie met veel oriëntaties zorgt voor meer rekentijd. Dit kan komen doordat getracht is om een ronde gevel de modelleren door middel van veel kleine vlakken met ieder een eigen oriëntatie. Maar ook als er niet “netjes” getekend is en er dus kleine verschillen in oriëntatiehoek zijn; 89.99°, 90.00° én 90.01° komt dan voor……en ook dit zorgt voor veel oriëntaties en dus rekentijd. Verder is het nuttig om overbodige lijnen te verwijderen. Hoe meer vlakken hoe meer rekentijd.
De rekentijd kan ook verhoogd zijn door installatietechnische zaken. Als er vloerverwarming (of vloerkoeling of betonkernactivatie) is toegepast bijvoorbeeld: dit kost veel rekentijd. Maar ook het toepassen van ongelimiteerde vermogens bij afgifteapparaten of opwekkers zorgt voor veel zogenaamde iteraties. Dus hier kan het nuttig zijn om tóch vermogens op te geven.
Maar uiteraard zorgen grote projecten met veel ruimtes die allemaal worden doorgerekend voor “lange” rekentijden. Het kan dan schelen om voor de conceptkeuze maar een beperkt aantal ruimten door te rekenen.
Meer cores op de laptop zal niets uitmaken daar er voor het grootste gedeelte maar 1 core gebruikt wordt door de software. Maar een “betere” core zal ook zorgen voor minder rekentijd.
Er zijn in de nieuwe norm veel wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de oude norm, waaronder een correctie op de ontwerpbuitentemperatuur aan de hand van de tijdsconstante van het gebouw.
Een overzicht van de wijzigingen vind je hier.
Om voor een onverwamde ruimte de balanstemperatuur te laten berekenen dient er in het sjabloon ruimte eisen geen temperatuur ingevuld te worden, maar “standaard”. En in het afgiftesjabloon dient geen afgifteapparaat voor warmte aanwezig te zijn. Tussen 2 onverwarmde ruimten wordt geen warmteuitwisseling gerekend. Als er een verwarmingsbatterij aanwezig is in de luchtbehandelingskast dan wordt voor verblijfsruimten- en gebieden gerekend met luchtverwarming. Dan wordt er géén balanstemperatuur uitgerekend. Als wel niet gewenst is dan dient in het sjabloon gebruik een ander type gekozen te worden.
Wanneer je een ruimte niet laat meerekenen in je warmteverlies berekening, krijgt deze ruimte de ruimtetemperatuur die bij het sjabloon ruimte-eisen is ingevuld en is gekoppeld aan de ruimte. Betreft deze aangrenzende ruimte een onverwarmde ruimte dan wordt gerekend met de berekende balanstemperatuur in de onverwarmde ruimte.
Er wordt bij het bepalen van de temperatuur van de aangrenzende panden gekeken naar de waarden die zijn ingevuld onder Eigenschappen-Gebouwen. Wanneer je op het potloodje klikt, kun je de gemiddelde rc-waarde invullen.
Het aantal woningen wordt bepaald aan de hand van de geometrie. De woningen moeten dan als verwarmde zones worden ingevoerd.
Dat kan komen doordat er in de luchtbehandelingskast bij vorstbeveiliging niet gekozen is voor voorverwarming buitenlucht.
Wanneer gekozen is voor geen/onbekend vorstbeveiliging of door middel van terugtoeren/tijdelijke onbalans, zal worden gerekend met de ontwerp-buitenluchttemperatuur, waardoor een groot ventilatieverlies ontstaat.
Op ruimteniveau bepaal je het op te stellen afgifte-apparaat: wat moet deze kunnen afgeven.
Op gebouwniveau bepaal je wat de opwekker voor het hele gebouw moet kunnen leveren.
De verschillen zijn als volgt:
Systeem B/D
Systeem B/D
Controleer bij Sjablonen Afgiftesysteem of in het blok Afgifte-apparaten het vinkje aanstaat “Koeling aanwezig”. Wanneer dit vinkje aanstaat, worden de ruimtes gekoppeld aan dit afgifte sjabloon meegenomen voor de koellastberekening.
Er kunnen geen buitencondities ingevoerd worden. De koellastnorm verwijst naar de klimaatjaren volgens NEN5060, dit betreft het Nederlandse klimaat. Er mag niets anders gebruikt worden. In gebouwsimulatie kan dit wel!
Maar in koellast zou je met een truc de buitentemperatuur kunnen beïnvloeden zonder dat de zoninstraling vervalt: Buitenconditie in koellast
Bekijk het artikel met alle aandachtspunten voor EPG om je berekening goed te laten slagen.
Ja, Vabi verzorgt inleidende trainingen voor een vliegende start “Wegwijs in het platform“. Maar ook trainingen die de methodiek en software combineren zoals “Gebouwsimulatie: comfort en energie” of “Warmteverlies & Koellast“. Daarnaast zijn er op maat afgestemde trainingen op locatie mogelijk.
Naast deze trainingen hebben we ook een Online Academy waar je zelf de basis kan leren van Elements.
Licentieovereenkomsten worden altijd aangegaan voor het resterende deel van het kalenderjaar en het daarop volgende kalenderjaar, dus maximaal 2 jaar. Hierna worden abonnementen stilzwijgend verlengt. Facturering geschiedt voorafgaand aan ieder kalenderjaar.
Als klant bij Vabi maak je altijd kosteloos gebruik van onze zekerheden.
Je bestelt altijd eerst een basislicentie per module die je mag gebruiken op maximaal 2 pc’s binnen jouw bedrijf. Bij meer pc’s betaal je een gereduceerd tarief met de extra pc licentie per module.
Elk bedrijf dient altijd een basislicentie af te nemen. Met de basislicentie maakt je gebruik van software op maximaal twee pc’s binnen het bedrijf. Vanaf de derde pc heb je extra werkplek licenties nodig.
Voorbeeld: Je wilt de Vabi Elements Warmteverlies op 3 pc’s gebruiken. Dan heb je één basislicentie (voor de eerste twee pc’s) en één extra werkpleklicentie nodig.
We zien je natuurlijk niet graag vertrekken, maar je kunt je licentie stopzetten door een mail te sturen naar sales@vabi.nl. Het is handig om te weten dat licentieovereenkomsten tot het einde van het kalenderjaar lopen.
Om een werkplek weer vrij te geven, moet je Vabi Elements de-installeren. Lukt het niet om Elements te de-installeren? Bel dan met onze servicedesk. Per juli 2018 is het licentiesysteem gewijzigd naar een licentie per windows-account. Op deze manier kan één gebruiker werken met verschillende hardware. Echter kan op slechts één plek tegelijkertijd worden gewerkt met Vabi Elements.
Volg de volgende stappen om Vabi Elements te installeren:
Bij een update zal de centrale bibliotheek niet verloren gaan. Bij een update wordt echter wel geadviseerd de centrale bibliotheek te backupen voordat de vorige versie van Vabi Elements verwijderd wordt (stap 2).
Het klantnummer is een zes cijferige code van je bedrijf (invoeren zonder KN en eventueel met een extra 0 op het einde.
Je technisch beheerder heeft gebruikersaccounts aangemaakt. Vul het e-mailadres in wat bij jouw gebruikersaccount hoort. Hiermee kun je ook inloggen op het klantportaal.
Vul je wachtwoord in. Ben je deze vergeten? Ga dan naar user.vabi.nl en vraag opnieuw je wachtwoord aan.
Je moet verbonden zijn met het internet om Vabi Elements te kunnen activeren.
In de onderstaande tabel staan de minimale en de aanbevolen systeemeisen. Om zo goed mogelijk met Vabi Elements te kunnen werken, wordt aangeraden om te kiezen voor de specificaties van Medium of High performance.
Minimaal | Medium performance | High performance | |
Windows versie | Windows 8 | Windows 10 | Windows 10 |
Type opslag | HDD | SSD | SSD |
Processor | Intel core i3 (dual core) | Intel core i5 (quad core of hoger) | Intel core i7 |
Intern werkgeheugen RAM | 4 GB | 8 GB | 16 GB |
Videokaart | standaard onboard videokaart van de processor | standaard onboard videokaart van de processor | 2GB of 4GB videokaart |
Software | .NET framework versie 4.7.2 | .NET framework versie 4.7.2 | .NET framework versie 4.7.2 |
DirectX 9 of later (aanbevolen) of OpenGL 3.0 | DirectX 9 | DirectX 9 |