Alle ruimten in de geometrie worden als hart op hart afstand opgegeven. Uitzondering hierop zijn vloeren en plafonds met een oriëntatie van respectievelijk 180 en 0 graden. Hiervan wordt de bovenkant van zowel de vloer als het plafond genomen.

Alle geometrie wordt in millimeters gedefinieerd. Alle invoer moet dus in millimeters worden gedaan.
  • De hoogte van een ruimte is bovenkant vloer tot bovenkant plafond/dak.
  • De dikte van een wand wordt bepaald door de dikte van de constructie. Indien bij het plafond een plenum wordt opgegeven, wordt deze meegeteld in de constructie en dus ook de dikte van het plafond.
  • Bij het bepalen van de uitwendige maten worden bij buitenwanden de buitenkant als maat genomen en bij binnenwanden de hart op hart maat. Net als bij hart op hart maten worden bij vloeren en plafonds de bovenkant genomen.

Bij hellende daken worden de wanden als normale buitenwanden beschouwd. Dit heeft als gevolg dat de hoogte die bij de ruimte wordt opgegeven anders is dan bij een plat dak. Bij een plat dak is de buitenkant opgegeven en bij een hellend dak de hart op hart maat.

Bij het bepalen van de inwendige maten worden bij alle wanden de binnenkant als maat genomen. Er is een optie bij plafonds om het plenum al of niet mee te nemen.

Bij de berekeningen van omtrekken, oppervlaktes en volumes wordt rekening gehouden met de bovengenoemde situaties. Aan de hand van de parameter zal de berekening de gevraagde omtrek, oppervlakte of volume berekenen.


Terug naar Geometrie