Tabellenboek
Ingesloten tabellen
In de Elements help zijn veel tabellen opgenomen. Hier vind je een overzicht met een link naar de pagina waar de tabel opgenomen is.
- Emissiecoëfficiënten van veel gebruikte materialen
- Richtlijn kozijnpercentage, afhankelijk van het raamoppervlak per materiaal (ISSO 32)
- Voorgedefinieerde kozijntypen (ISSO 8)
- Voorgedefinieerde glastypen
- Waarden voor standaardkledingpakketten (NEN-EN-ISO 7730)
- Aangenomen activiteiten, gekoppeld aan MET-waarden (NEN 5067, tabel 1.1)
- Aanbevolen waarden voor vermogens van apparatuur in kantoren en woningen (ISSO 32)
- Geïnstalleerd vermogen voor verlichtingssystemen (ISSO 32)
- Richtwaarden weegfactor interne massa
- Typen ventilatiesystemen (ISSO 51)
- Bepaling van de Cz-waarde
- Karakteristieke Equivalente U-waarden voor een vloer
- Voorbeeld op ruimteniveau voor mechanische afzuiging en natuurlijke toevoer
Handige extra tabellen
We hebben nog een aantal handige tabellen opgenomen in onze online help:
- Overzicht van de menu-items per module
- Ontwerptemperaturen: koelen en verwarmen
- Infiltratiedebieten
- Ventilatiedebieten
Overzicht menu-items per module
Een overzicht van welke invoer mogelijk is bij welke module. Bij projectinstellingen kun je per project opgeven welke module(s) je wilt gebruiken.
Ontwerptemperaturen
De standaard ontwerptemperaturen voor verwarmen worden gedefinieerd aan de hand van de onderstaande tabel:
Verwarmen Woonfunctie ISSO 51 (2023)
Verwarmen Woonfunctie ISSO 51 (2017)
Verwarmen Utiliteit
Publicaties
Koelen
De standaard ontwerpbinnentemperaturen voor koelen zijn:
Ruimte | Temperatuur (°C) |
Gekoeld | 24 |
Ongekoeld | 28 |
Publicaties
Infiltratiedebieten
Behorend bij het opgeven van infiltratie bij het ventilatie sjabloon.
Berekening qv;10 volgens ISSO 51
- Warmteverlies
Wanneer het gebouw niet voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit dan moet de qv;10-waarde ook worden ingevuld en wordt de infiltratie bepaald afhankelijk van de qv;10-waarde kleiner of gelijk aan 2,0 of groter dan 2,0 dm3/(s m² Ag). Is de qv;10-waarde niet bekend, vul dan bij ‘eigen qv;10‘ een waarde van 0 in, dan berekent Elements de infiltratie qis volgens ISSO 51. Dan moet het bouwjaar opgegeven worden bij de gebouw eigenschappen.
- De luchtdichtheid mag nooit meer zijn dan 200 liter per seconde per 500 m³ gebouwinhoud. Dit is een eis uit het Bouwbesluit;
- Voor woningen met gebalanceerde ventilatie kan een qv;10-waarde van 0,625 dm³/(s.m² Ag) worden aangehouden, bij aantoonbaar zeer goede kier- en naaddichting 0,40 dm³/(s.m² Ag);
- Voor woningen met natuurlijke luchttoevoer en mechanische afzuiging kan een waarde tussen 1,00 – 1,43 dm³/(s.m² Ag) worden aangehouden.
Wanneer het gebouw voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ligt deze qv;10-waarde tussen 0,30 en 2,00 dm³/(s.m² Ag). De infiltratie wordt bepaald aan de hand van de qv;10-waarde en het ventilatiesysteem van de woning. Tabel 4.4 geeft de waarden voor woningen die gebouwd zijn na 2012 of na die tijd gerenoveerd zijn en die voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Let op dat de waarde van qv,10,kar gegeven is per m² vloeroppervlak en de qi per m² uitwendige scheidingsconstructie.
Tabel 4.4 Waarden voor de luchtvolumestroom infiltratie qi in m³/s per m² buitenoppervlak (uitwendige scheidings-constructie; incl. beglazing en deuren) afhankelijk van qv,10,kar en ventilatiesysteem voor woningen/woon-gebouwen die voldoen aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit (rechtlijnige interpolatie is toegestaan)
Toelichting: Naast bouwkundige invloeden (weergegeven door de qv,10-waarde) wordt de hoeveelheid infiltratie ook beïnvloed door het ventilatiesysteem. Bij systemen met mechanische toe- en afvoer van ventilatielucht is in de vertrekken sprake van een druk-neutrale situatie en kan infiltratie t.g.v. winddruk makkelijker toetreden. Bij systeem A en C komt alle lucht van buiten en maakt het niet uit of de lucht de vertrekken binnenkomt via infiltratie of ventilatievoorzieningen. Bij systeem B wordt in de verblijfsruimten mechanisch ventilatielucht toegevoerd die via natuurlijke voorzieningen moet worden afgevoerd. In de verblijfsruimten is een lichte overdruk die de infiltratie beperkt/voorkomt.
Publicaties
Berekening qv;10 volgens ISSO 53
- Warmteverlies
De qv;10-waarde moet worden opgegeven in dm³/(s.m² Ag).
Wanneer het gebouw niet voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit dan kan de qv;10-waarde ingevuld worden als deze bekend is. Is deze niet bekend, vul dan bij ‘eigen qv;10‘ een waarde van 0 in, dan berekent Elements de infiltratie qis volgens ISSO 53. Dan moet het bouwjaar opgegeven worden bij de gebouw eigenschappen. Deze waarden liggen vrij hoog dus controle van de berekende infiltratie is hierbij wel noodzakelijk.
- Een richtwaarde voor het bepalen van de qv;10-waarde is 200 dm³/s per 3000 m³ inhoud bij een zeer goede dubbele naad- en kierdichting voor kantoren.
Wanneer het gebouw voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ligt deze waarde tussen 0,2 en 1,0 dm³/(s.m² Ag) volgens tabel 4.5 ISSO 53. De infiltratie wordt nu bepaald aan de hand van de qv;10-waarde en de hoogte van het gebouw.
Voor gebouwen waarvan de qv;10 kar-waarde (zoals gebruikt bij de EPC-berekening) bekend is, volgt de waarde van qis uit tabel 4.5. Let er op dat in tabel 4.5 de qv10,kar per vierkante meter gebruiksoppervlak en de specifieke infiltratie per vierkante meter geveloppervlak wordt gegeven.
Publicaties
Berekening qv;10 volgens ISSO 57
- Warmteverlies
De qv;10-waarde wordt niet gebruikt bij ruimten die worden doorgerekend volgens ISSO 57. De infiltratie wordt bepaald aan de hand van richtwaarden die zijn gegeven in tabel 3.4 ISSO 57.
Het infiltratievoud ni volgt uit de standaardwaarden volgens tabel 3.4. Voor industriegebouwen mag ook de methode als gegeven in bijlage C gebruikt worden. Dit kan voor ruimten met grote openingen en indien de oppervlakten van openingen bekend zijn.
Publicaties
Ventilatiedebieten
Behorend bij het ventilatie sjabloon.
De Berekening van de ventilatiedebieten geschiedt aan de hand van onderstaande tabellen van het Bouwbesluit 2012:
Bouwbesluit 2012
Publicaties
De Berekening van de ventilatiedebieten geschiedt aan de hand van onderstaande tabel van het Bouwbesluit 2003: