Berekening volgens TO juli
Bij Projectgegevens – Projectinstellingen kun je aangeven of je een gebouwsimulatieberekening volgens TO juli wilt doen. Wanneer je deze aan vinkt zullen er op de achtergrond een aantal dingen anders worden berekend dan een gewone GS-berekening.
Wij hebben ervoor gezorgd dat er een aantal waarden en berekeningen zijn vastgezet, zodat je deze niet zelf hoeft in te voeren, maar je dient als gebruiker ook zelf nog een aantal eigenschappen specifiek in te voeren.
Publicaties
Bijlage bouwbesluit TOjuli
Wat is TO juli?
Met de invoering van de NTA 8800 gaan op 1 januari de eisen voor nieuwbouw wijzigen. Er zijn drie eisen die betrekking hebben op de energie prestatie:
- De warmte- en koudebehoefte
- Primair energiegebruik
- Het aandeel duurzame energie
- TO juli
De vierde eis heeft betrekking op het zomercomfort. Hierbij is TOjuli de indicator voor het risico op temperatuuroverschrijdingen. Dit wordt in de NTA 8800 globaal per oriëntatie bepaald, door in de maand juli het warmte-overschot/koude-behoefte te delen door de warmteweerweestand van die gevel (inclusief spuiventilatie en koudebruggen).
Grenswaarde TOjuli van 1.2 of een GTO van 450 uur
De maximaal toegestane waarde bedraagt 1.2 en is afgeleid uit een studie, waarbij een heleboel varianten zijn doorgerekend met dynamische simulatie. Deze waarde geldt sinds 2024 voor alle woningen. Woningen die actieve koeling hebben moeten ook doorgerekend worden om aan te tonen dat het beschikbare koelvermogen genoeg is. De waarde 1.2 is statistisch gerelateerd aan 450 uur gewogen temperatuur overschrijdingen (GTO). Dit houdt in dat er ook woningen kunnen zijn die niet aan TOjuli eis van 1.2 (die je met de EPA NTA 8800 kunt berekenen) voldoen, maar wel onder de GTO van 450 uur blijven. Om deze ontwerpen toch te kunnen waarderen, mag ook via gelijkwaardigheid aangetoond worden, dat een woning onder de 450 GTO’s blijft.
De randvoorwaarden waaronder deze berekening uitgevoerd moet worden, zijn vastgelegd in een bijlage van het bouwbesluit, die in juli is gepubliceerd. De randvoorwaarden hebben betrekking op de interne warmteproductie, metabolisme en clo-waarden, aan te houden infiltratie, spuiventilatie en zomernachtventilatie (hoeveelheid en tijdstippen), meenemen van koudebruggen en het aan te houden referentie klimaat. Hieronder worden één voor één de randvoorwaarden behandeld en besproken in hoeverre deze punten automatisch toegepast worden met het aanzetten van ‘Berekening volgens TOjuli’. Hierover is ook een webinar gehouden. Dit webinar, de voorbeeldprojecten in EPA en Elements, presentatie en gestelde vragen kan je hier terugvinden.
De berekening volgens TO juli is geschikt voor 1 appartement. Maak daarom elk appartement een ander gebouw in Eigenschappen-Gebouwen, zodat elk appartement apart uitgerekend wordt.
Parameters PMV
De PMV is afhankelijk van een aantal parameters en wordt per uur bepaald. De belangrijkste parameters daarbij zijn:
het metabolisme of activiteitenniveau van de personen. Hierbij wordt uitgegaan van -afhankelijk van het toegepaste rekenmodel c.q. de eenheid waarop de invoer gevraagd wordt – een metabolisme van 64 W/m2 of 1,1 met, waarbij ‘met’ staat voor een eenheid voor de warmteproductie van het menselijk lichaam;
de kledingweerstand, een factor die afhankelijk is van de zwaarte van de kleding, uitgedrukt in clo. Hierbij wordt uitgegaan van 0,5 clo;
de luchtsnelheid. Hierbij wordt uitgegaan van 0,15 m/s;
verder wordt rekening gehouden met de parameters luchttemperatuur, stralingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid: deze parameters worden in het dynamische model zelf berekend.
De PMV kun je aflezen bij de Temperatuurstatistieken en ruimtestaat van Gebouwsimulatie. De clo-waarde wordt automatisch vastgezet op 0,5 en de MET-waarde wordt automatisch vastgezet op 1,1.
Klimaatjaar
Voor het buitenklimaat wordt uitgegaan van het referentiejaar voor temperatuuroverschrijdingen uit NEN 5060:2018 met 5% overschrijdingskans.
Je hoeft als gebruiker deze invoer niet zelf aan te passen. Het klimaatjaar wordt automatisch vastgezet op NEN5060 ref:2018 TO5 gematigd.
Rekenperiode voor het bepalen van de overschrijdingsuren
Het aantal GTO-uren wordt bepaald voor alle verblijfsruimten in de woning over de rekenperiode van 30 april t/m 28 september, gedurende 24 uren per dag.
Je hoeft als gebruiker deze invoer niet zelf aan te passen. De rekenperiode wordt automatisch vastgezet van 30 april tot en met 28 september. Daarnaast wordt er automatisch gerekend met de teluren van 24 uren per dag.
Zonering van de woning
Voor de zonering van de woning is de indeling zoals die bij de vergunningaanvraag is ingediend de basis. Voor de modellering ten behoeve van de temperatuuroverschrijdingsberekening gelden de volgende criteria:
Daarbij moeten ten minste de volgende zones apart worden gemodelleerd:
elke verdieping;
verblijfsruimten met een gevel op van elkaar verschillende oriëntaties;
verblijfsruimten aan dezelfde buitengevel gelegen, waarvan de percentages glasoppervlak ten opzichte van het vloeroppervlak in de desbetreffende verblijfsruimten onderling meer dan 20% verschillen;
verblijfsruimten met een verschillend gebruik (woonkamer/keuken/overige verblijfsruimten). Nota bene: als de tekening(en) geen aanduiding geven waar de keuken resp. woonkamer zijn gesitueerd, moet de ruimte met een opstelplaats voor kooktoestel als gecombineerde woonkamer/keuken worden aangehouden, tenzij het gebruiksoppervlakte van deze ruimte kleiner is dan die van de grootste verblijfsruimte in de woning. In dat geval moet de ruimte met opstelplaats voor kooktoestel als keuken worden aangehouden, en de verblijfsruimte met de grootste vloeroppervlakte in de woning als woonkamer.
Inpandige ruimten die geen verblijfsruimte zijn mogen gecombineerd worden met een verblijfsruimte als de vloeroppervlakte van de inpandige ruimten niet meer dan 20% bedraagt van de vloeroppervlakte van de verblijfsruimte waar ze mee gecombineerd worden. Aan een gevel gelegen ruimten die geen verblijfsruimte zijn mogen gecombineerd worden met een verblijfsruimte die aan dezelfde gevel is gelegen, mits het percentage glasoppervlak ten opzichte van het vloeroppervlak in de verblijfsruimte kleiner of gelijk is aan die van de niet-verblijfsruimte.
Bij een woongebouw moet de woning in dat woongebouw met de hoogst berekende TOjuli worden doorgerekend op temperatuuroverschrijdingen.
Nota bene: Voor alle zones waarin zich verblijfsruimten bevinden moet het aantal GTO-uren bepaald worden.
Geef zelf bij het gebruiksjabloon aan om wat voor soort ruimte het gaat. Je hoeft de ruimten niet in zones op te delen.
Bouwkundige eigenschappen
De in het rekenmodel ingevoerde bouwkundige eigenschappen (samenstelling bouwconstructies: Rc, Uw, dikte, soortelijke massa, warmtecapaciteit, afmetingen, etc.) zijn conform de tekeningen/bestekken etc. die ten behoeve van de vergunningaanvraag zijn ingediend en ook conform de invoergegevens bij de NTA 8800-berekening.
Hierbij geldt voor lineaire en puntvormige thermische bruggen het volgende: deze thermische bruggen worden toebedeeld aan de uitwendige scheidingsconstructies waarvan zij deel uitmaken. Wanneer een thermische brug een combinatie van verschillende vloer-, gevel- of dakdelen betreft moet de thermische brug evenredig aan de verschillende bouwdelen worden toebedeeld. Thermische bruggen van vloeren met funderingsaansluitingen worden niet aan andere uitwendige scheidingsconstructies toebedeeld.
Het totale warmteverlies van de thermische bruggen (in W/K) van vloeren met funderingsaansluitingen respectievelijk van de overige uitwendige scheidingsconstructies is niet meer dan het totale warmteverlies van de thermische bruggen die in de energieprestatie-berekening voor de energetische nieuwbouweisen voor de vergunningsaanvraag zijn ingevoerd. Voor de kozijnfracties gelden de werkelijke waarden: Aglas/Araam (conform methode A uit par. 7.6.6.2 in NTA 8800).
Als gebruiker dien je zelf de bouwkundige eigenschappen op te geven. Lineaire koudebruggen vind je onder Eigenschappen-Lineaire koudebruggen en bouwconstructies kun je invoeren zoals je het gewend bent bij Hulpmiddelen-Constructies.
Infiltratie en ventilatie
Het infiltratievoud bedraagt 0,21 x qv10;spec dm3/s.m2 (zoals ook ingevoerd in de NTA 8800 berekening).
De ventilatiecapaciteit wordt uitgedrukt in dm3/s en voldoet ten minste aan de minimumeisen in de bouwregelgeving (zoals ook ingevoerd in de NTA 8800 berekening).
De ventilatiecapaciteit moet worden gecorrigeerd voor het regelsysteem met de factor: fctrl uit tabellen 11.5 en 11.6 van NTA 8800.
Van het bovenstaande kan op basis van een door het College van gelijkwaardigheid energieprestatie (Bureau CRG) gecontroleerde en goedgekeurde verklaring worden afgeweken, met inachtneming van de relevante eisen uit de bouwregelgeving
Hierbij wordt rekening gehouden met het maximaal toelaatbare installatiegeluidniveau.
De infiltratie en de ventilatie moet je zelf invullen. De infiltratie, die moet worden aangehouden voor de TOjuli berekening, bedraagt 0,21 maal de qv10 die wordt gebruikt bij de NTA 8800 berekening. In de uitvoer van Vabi EPA NTA 8800 kun je deze waarde terugvinden. Deze waarde * 0,21 is het infiltratiedebiet bij dm3/(s.m2 vloer), wat je vervolgens invult in Elements als infiltratiedebiet bij alle windsnelheden.
Tabel 11.5 uit NTA8800
Tabel 11.6 uit NTA8800
Warmte van de (toevoer)ventilatoren
Voor de ophoging van de ventilatielucht door warmteafgifte van de ventilatoren (dissipatie) wordt 0,7 K aangehouden.
Je hoeft als gebruiker deze invoer niet zelf aan te passen. Er wordt automatisch gerekend met een opwarming van de toevoerventilatielucht van 0,7K.
Spuiventilatie
De spuiventilatiecapaciteit waarmee moet worden gerekend bedraagt 3 dm3/s per m2 van de verblijfsruimte. Er mag worden gerekend met de werkelijk aanwezige spuiventilatiecapaciteit, mits bepaald conform NEN 1087:2019, met een maximum van 6 dm3/s per m2 van de verblijfsruimte. Hierbij geldt de randvoorwaarde dat een spuivoorziening maar een keer in rekening mag worden gebracht, dit in afwijking van NEN1087. Een spuivoorziening mag dus niet voor meer dan een verblijfsruimte in rekening worden gebracht. Dit betekent dat alleen een luchtsnelheid van 0,4 m/s voor een spuivoorziening in de gevel of dak van een verblijfsruimten mag worden aangehouden als hier een nog niet voor een andere verblijfsruimte gebruikt oppervlak aan spuivoorziening (die voor deze situatie voldoet aan de voorwaarde uit NEN1087 voor het aanhouden van een luchtsnelheid van 0,4 m/s) tegenover staat.
De spuiventilatiecapaciteit dien je zelf op te geven conform de NTA 8800. In de uitvoer van Vabi EPA NTA 8800 of Uniec3 kun je deze waarde terugvinden als aandeel spuiventilatie (qv;argI;in;zi). De spuiventilatiecapaciteit kun je opgeven bij Sjabloon Ventilatie als Ventilatiedebiet door te openen ramen. Zoals hierboven beschreven is, mag een spuivoorziening niet voor meer dan 1 verblijfsruimte in rekening worden gebracht.
De maximale spuitijd bedraagt 4 uur per dag. Spuien mag tussen 7:00 uur en 8:00 uur en tussen 20:00 uur en 23:00 uur. Spuien vindt plaats als de binnenluchttemperatuur hoger is dan 24 °C en de buitenluchttemperatuur hoger is dan 13 °C, maar lager is dan de binnentemperatuur.
Je hoeft als gebruiker deze invoer niet zelf aan te passen. Er wordt automatisch gerekend met het tijdschema van max 4h tussen 7:00h-8:00h en 22:00-6:00h en wanneer de binnentemperatuur hoger is dan 24 graden en de buitentemperatuur hoger dan 13 graden, maar lager is dan de binnentemperatuur.
Zomernachtventilatie
Er mag worden gerekend met zomernachtventilatie als de voorzieningen conform voorwaarden zoals die hiervoor zijn opgenomen in NTA 8800 is voldaan. De capaciteit van de zomernachtventilatie is conform de berekende capaciteit in NTA 8800. De locatie van de zomernachtventilatievoorzieningen is conform vergunningsaanvraag/-tekeningen; de spuicapaciteit mag alleen worden toegekend aan de ruimten met een toevoercomponent voor zomernachtventilatie; de totale capaciteit van zomernachtventilatie wordt oppervlaktegewogen verdeeld over de ruimten met een toevoervoorziening.
De zomernachtventilatiecapaciteit dien je zelf op te geven conform de NTA 8800. In de uitvoer van Vabi EPA NTA 8800 of Uniec3 kun je deze waarde terugvinden als aandeel zomernachtventilatie (qv;argII;in;zi). Als gebruiker verdeel je zelf de ventilatiehoeveelheden voor zomernachtventilatie over de ruimten. Dit moet oppervlakte gewogen te gebeuren. Je voert deze waarde in bij Ventilatiedebiet Nacht (Voorwaardelijk).
De spuitijd voor zomernachtventilatie is of tussen 22:00 uur en 6:00 uur of 24 uur per dag en vindt plaats als de binnentemperatuur hoger is dan 24 °C en de buitentemperatuur hoger is dan 13 °C. Indien in NTA 8800 is gerekend met een automatische regeling op temperatuur, gaat de zomernachtventilatie uit wanneer de buitenluchttemperatuur hoger is dan de binnenluchttemperatuur.
Het tijdschema voor zomernachtventilatie dien je zelf handmatig in te voeren. Er moet gerekend worden met het tijdschema 22:00-6:00h of 24h wanneer de binnentemperatuur hoger is dan 24 graden en de buitentemperatuur hoger dan 13 graden.
Waar vind ik deze waarde in EPA?
In EPA kan je de waardes van spuiventilatie en zomernachtventilatie vinden onder de objecten rapportage onder het tabblad TOjuli.
Waar vind ik deze waarde in Uniec 3?
In Uniec3 kan je de waardes van spuiventilatie en zomernachtventilatie vinden onder Resultaten, TOjuli, en dan kiezen voor methodiek temperatuuroverschrijding: GTO berekening conform Bouwbesluit.
Zonwering en Fc-waarde
De Fc–waarde van de zonwering is conform de opgegeven waarde in NTA 8800 berekening. Aangetoond dient te worden dat met de ingevoerde eigenschappen van de glas–zonweringscombinatie in het gebouwsimulatieprogramma g_gl;sh;wi / g_gl gelijk is aan de Fc–waarde.Zonwering is omlaag bij een zonbelasting van 150 W/m² en hoger
Je hoeft als gebruiker deze invoer niet zelf aan te passen. Er wordt automatisch gerekend met een schakelniveau zonwering van 150 W/m².
Fc-waarde
De Fc-waarde is een samenstelling van de eigenschappen van het raam en de eigenschappen van de zonwering. De Fc-waarde die vanuit Vabi EPA komt, is gelijk aan de g-waarde van het samengestelde glas met zonwering gedeeld door de g-waarde glas. (Zie ook NTA 8800 – formule 7.43).
In de onderstaande tabel kun je terugvinden wat je kunt invullen in Vabi Elements om tot de juiste Fc-waarde te komen.
Type zonwering | kleur | criterium | Fc | Energie | Licht | G glas | G tot | Fc | |||||
Ts | Rs | D | A | R | D | A | R | ||||||
Screens | zwart | <0.07 | 0.12 | 0.10 | 0.88 | 0.02 | 0.03 | 0.92 | 0.05 | 0.58 | 0.071 | 0.12 | |
overig | <0.17 | 0.20 | 0.17 | 0.38 | 0.45 | 0.11 | 0.41 | 0.48 | 0.58 | 0.117 | 0.20 | ||
wit | >=0.17 | 0.25 | 0.21 | 0.12 | 0.67 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.147 | 0.25 | ||
Jaloezieën | zwart | <0.3 | 0.05 | 0.03 | 0.92 | 0.05 | 0.03 | 0.92 | 0.05 | 0.58 | 0.03 | 0.05 | |
overig | <0.6 | 0.10 | 0.08 | 0.43 | 0.49 | 0.11 | 0.41 | 0.48 | 0.58 | 0.059 | 0.10 | ||
wit | >=0,6 | 0.20 | 0.16 | 0.14 | 0.7 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.114 | 0.20 | ||
Rolluiken | overig | <0.70 | 0.11 | 0.09 | 0.43 | 0.48 | 0.11 | 0.41 | 0.48 | 0.58 | 0.065 | 0.11 | |
wit | >0.70 | 0.04 | 0.03 | 0.20 | 0.76 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.024 | 0.04 | ||
Gemetalliseerde weefsels, binnen | >0.72 | 0.45 | 0.05 | 0.13 | 0.82 | 0.06 | 0.20 | 0.74 | 0.58 | 0.263 | 0.45 | ||
Uitvalschermen/ knikarmschermen |
0.35 | 0.30 | 0.14 | 0.56 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.204 | 0.35 | |||
0.45 | 0.39 | 0.14 | 0.47 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.259 | 0.45 | ||||
0.50 | 0.44 | 0.14 | 0.42 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.288 | 0.50 | ||||
0.55 | 0.49 | 0.14 | 0.37 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.317 | 0.55 | ||||
0.65 | 0.60 | 0.14 | 0.26 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.377 | 0.60 | ||||
0.80 | 0.77 | 0.14 | 0.09 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.464 | 0.80 | ||||
0.90 | 0.88 | 0.10 | 0.02 | 0.19 | 0.05 | 0.76 | 0.58 | 0.521 | 0.90 |
Zie ook NTA 8800 – Tabel 7.5 Forfaitaire waarden voor de reductiefactor voor de totale zontoetredingsfactor, voor screens, jaloezieën en gemetalliseerde weefsels.
Interne warmtelast
De totale interne warmtelast wordt bepaald conform paragraaf 7.5.2.1 van NTA 8800: in formule: 180 x NP;woonW.
Vervolgens wordt de rekenwaarde van de interne warmtelast bepaald met de volgende formule: rekenwaarde = totale interne warmtelast / (2 x vloeroppervlakte woonkamer en keuken + som van de vloeroppervlakte van de overige verblijfsruimten).
Vervolgens wordt de interne warmtelast als volgt verdeeld:
- Woonkamer en keuken krijgen 2 maal de rekenwaarde x de vloeroppervlakte als interne warmtelast (W);
- Overige verblijfsruimten krijgen 1 maal de rekenwaarde x de vloeroppervlakte als interne warmtelast (W).
De hierboven berekende warmtelast wordt 24 uur per dag aangehouden.
Nota bene: als de tekening(en) geen aanduiding geven waar de keuken resp. woonkamer zijn gesitueerd, moet de ruimte met een opstelplaats voor kooktoestel als gecombineerde woonkamer/keuken worden aangehouden, tenzij het gebruiksoppervlakte vandeze ruimte kleiner is dan die van de grootste verblijfsruimte in de woonfunctie. In dat geval moet de ruimte met opstelplaats voor kooktoestel als keuken worden aangehouden, en de verblijfsruimte met de grootste vloeroppervlakte in de woonfunctie als woonkamer.Onder vloeroppervlakte wordt verstaan de gebruiksoppervlakte van de betreffende ruimte. Bij een verblijfsruimte betreft het de gebruiksoppervlakte van de besloten ruimte waarvan de verblijfsruimte geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt.
Je dient als gebruiker aan te geven via het gebruik sjabloon, wat de woonkamer en de keuken is voor TO juli. Dit is nodig om de IWP te bepalen. Wanneer je deze niet zelf kiest, krijgt de grootste verblijfsruimte twee maal de rekenwaarde van IWP.
Minimale ontwerptemperatuur
In geen van de zones van de woning mag de operatieve temperatuur lager worden dan 20 °C.
Wanneer er een ruimte betreft waar de ontwerptemperatuur lager is dan 20 °C, krijg je hier een melding op. Je dient als gebruiker deze invoer zelf aan te passen.
Gekoelde en ongekoelde rekenzones
Als een woonfunctie naast rekenzones die niet gekoeld worden ook een of meer rekenzones heeft die voorzien zijn van een actief koelsysteem conform de toelichting in NTA 8800 dan mogen de gekoelde zones ook als zodanig in het dynamisch rekenmodel worden opgenomen. De koeling in de gekoelde zones wordt in het rekenmodel opgenomen als voelbare koeling van een bepaalde capaciteit in de ruimten die gekoeld worden. 100% van de koelcapaciteit wordt aan de lucht in de ruimte afgegeven. De koelcapaciteit wordt geregeld op basis van de ruimteluchttemperatuur. Het setpoint van de ruimteluchttemperatuur bedraagt 25°C. De aan te houden maximale koelcapaciteit bedraagt 25 W/m² vloeroppervlakte (gemeten als gebruiksoppervlakte).
Aangrenzende woningen
Er wordt vanuit gegaan dat via woningscheidende constructies geen warmte-uitwisseling plaatsvindt met een aangrenzende woning of ander gebouw.
Wanneer je bij Eigenschappen-Bouwdelen op geeft dat een wand grenst aan een ander gebouw, wordt er van uitgegaan dat er geen sprake is van warmte-uitwisseling.
Grond en kruipruimte
Er moet worden uitgegaan van een temperatuur van de grond onder of naast een woning van 12 °C. Voor de grond wordt aan de grondzijde van de vloerconstructie en van een wandconstructie die aan grond of kruipruimte grenzen een warmteweerstand in rekening gebracht van 1,5 m2K/W. Grond wordt niet apart in de berekening gemodelleerd.
Je hoeft als gebruiker de grondtemperatuur niet zelf aan te passen. Er wordt automatisch gerekend met een grondtemperatuur van 12 °C. Gebouwsimulatie maakt geen berekening van de kruipruimtetemperatuur dus ook bij een kruipruimte wordt met een keerzijde van 12°C gerekend.
Meldingen tijdens het rekenen
Overzicht van de meldingen die je zou kunnen krijgen bij het maken van een berekening volgens TO juli.
Waarschuwingen
- Berekening volgens TO juli: er zijn geen woonkamer TOjuli en keuken TOjuli toegewezen via het gebruik sjabloon. Dit is nodig om de IWP juist te bepalen. Er wordt nu gekozen voor de grootste verblijfsruimte, die twee keer de berekende IWP krijgt.
Berichten
- Berekening volgens TO juli: er wordt gerekend met een tijdschema van 24h voor de interne warmtelast.
- Berekening volgens TO juli: er wordt gerekend met een telperiode van 24h per dag voor alle verblijfsruimten in de woning
- Berekening volgens TO juli: het tijdschema voor spuiventilatie is vastgezet (maximaal 4 uur, 7:00-8:00h en 20:00-23:00h) wanneer de binnentemperatuur hoger is dan 24°C en de buitentemperatuur hoger dan 13°C, maar lager is dan de buitentemperatuur.
- Berekening volgens TO juli: de berekening geldt voor een ontwerptemperatuur van 20°C, maar in ruimte ‘###’ zijn alle setpoints ingesteld op lager dan 20°C. Controleer de ingevoerde setpoints.
- Berekening volgens TO juli: er wordt gerekend met een totale opwarming van de ventilatielucht van 0.7 K.
- Berekening volgens TO juli: het tijdschema voor zomernachtventilatie moet handmatig worden vastgezet op 22:00-6:00h of op 24h wanneer de binnentemperatuur hoger is dan 24°C en de buitentemperatuur hoger dan 13°C.