Distributie
Het distributienet zorgt voor het transport van de warmte- en/of koude tussen de opwekker en het afgifte-apparaat, en tussen de opwekker en de luchtbehandelingskast.
Voor optimalisatie van stooklijnen verwijzen we naar de volgende normen en methodieken:
Publicaties
(GS) Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen, fysische materiaalgegevens
Visualisatie
Een distributienet kan gevisualiseerd worden door middel van een kleur. Deze kleur zal gebruikt worden in de 3D visualisatie onder resultaten. Als je de diverse sjablonen van een opvallende kleur hebt voorzien, krijg je op deze manier snel een overzicht van het gebruik van de verschillende sjablonen.
Type
Systeem
- Gebouwsimulatie
- Warmteverlies
- EPG
Hier kan worden aangegeven waar het distributiesysteem in voorziet; Warmte, Koude of Warmte & Koude. Bij Warmte & Koude wordt afhankelijk van de behoefte warmte of koude getransporteerd naar hetzelfde afgifte apparaat (change-over). Voor de verwarmings- of koelbatterij van een luchtbehandelingskast moet ook een distributienet worden opgegeven, maar hiervoor kan geen Warmte & Koude worden opgegeven; er moet dan een aparte distributie worden aangemaakt voor zowel Warmte als Koude.
- Warmte: distributienet voor verwarming
- Koude: distributienet voor koeling
- Warmte & Koude: distributienet voor zowel verwarming als koeling (change-over)
Opwekking
- Gebouwsimulatie
- Warmteverlies
- EPG
Voor Warmteverlies selecteer je hier de opwekkingsconfiguratie met een individueel of collectief systeem.
Voor Gebouwsimulatie selecteer je hier de opwekkingsconfiguratie met de opwekkers voor warmte en/of koude. Afhankelijk van het opgegeven Systeem (Warmte, Koude of Warmte & Koude), kan alleen die opwekkingsconfiguratie worden geselecteerd welke ook opwekkers heeft voor Warmte, Koude of Warmte & Koude. De te selecteren lijst wordt gegenereerd door alle hulpmiddelen type opwekker, met een naam zoals genoemd in hulpmiddel Opwekking.
Ander transportmiddel dan water (zoals koelmiddel)
- EPG
Indien er een ander transportmedium wordt toegepast dan water (zoals koelmiddel bij multisplit-systemen) kan dit hier worden aangegeven. Er volgt dan een correctie op het distributierendement voor verwarmen en/of koelen.
Buffervat buiten de verwarmde ruimte aanwezig
- EPG
Voor woningbouw kan een buffervat voor het verwarmingssysteem buiten de verwarmde ruimten zijn opgesteld. Indien dit het geval is kan dit hier worden aangegeven, en volgt een correctie op het distributierendement. Voor utiliteitsbouw heeft deze optie geen invloed.
Wijze van regelen
- Gebouwsimulatie
- Warmteverlies
Publicaties
Toeslag voor bedrijfsbeperking
In rekening te brengen toeslag voor bedrijfsbeperking Φo
Temperaturen
De stooklijnen zijn bij een distributienet van belang ter optimalisatie en energieterugdringing.
Temperatuur
- Gebouwsimulatie
- EPG
Hier kan de indeling in HT- en LT-systemen worden opgegeven afhankelijk van de warmteopwekking en de distributie. Afhankelijk van de indeling worden voor de EPG berekening de distributie- en opwekkingsrendementen bepaald.
- LT (Lage temperatuur): laag temperatuursysteem. Zie voor EPG tabellen 14.12 en 17.2 NEN 7120.
- HT (Hoge temperatuur): hoog temperatuursysteem.
Publicaties
Rekenwaarden intern distributierendement
Rekenwaarden opwekkingsrendement
Latente koudebehoete (ontvochtiging)
Temperaturen
- Gebouwsimulatie
Hier geef je aan hoe de stooklijn geregeld wordt. Dit kan geschieden door drie mogelijkheden.
Standaard
Met een standaard waarde, ongeacht dagbedrijf of nachtbedrijf en ongeacht de buitentemperatuur. Deze is 80 °C voor HT verwarmen, 35 °C voor LT verwarmen, 6 °C voor LT koelen, 17 °C voor HT koelen en 18 °C voor verwarmen en koelen samen. Voor verwarmen en koelen samen is het uiteraard aan te raden om een stooklijn op te geven afhankelijk van de buitentemperatuur
Eigen waarde
Met een constante; een zelf gedefinieerde temperatuur voor dag- en nachtbedrijf;
Stooklijn
Per waarde van de buitentemperatuur (Tbuiten) kan een waarde van het stook- of koelwater (Twater) opgegeven worden. Dit kan zowel voor het dag- als nachtbedrijf. Voor meer informatie betreft optimalisatie van stooklijnen verwijzen we naar ISSO kleintje stooklijnoptimalisatie.
Publicatie
Temperaturen van installaties
Circulatiesysteem
Aanvullende circulatiepompen aanwezig
Voor het verwarmingssysteem kunnen aanvullende pompen zijn geïnstalleerd. Hiervoor wordt extra elektrische hulpenergie in rekening gebracht indien dit hier is aangegeven. Standaard wordt alleen de hulpenergie in rekening gebracht voor de hoofdcirculatiepompen.
Publicaties
Elektrische hulpenergie verwarming (formules 14.31 & 14.33)
Pomp(en) met (pompschakeling of) toerenregeling
- EPG
Hier kan worden aangegeven of de hoofdcirculatiepompen (en indien aanwezig de aanvullende circulatiepompen) een pompschakeling en/of toerenregeling hebben. Bij het ontbreken van een pompschakeling en/of toerenregeling zal de aan tijd van de pompen groter zijn en zal er meer elektrische hulpenergie in rekening worden gebracht.
Publicaties
Rekenregels en rekenwaarden pompvermogen en aantijd
Leidinggegevens circulatiesysteem
Leidingen zijn, in onverwarmde ruimten en/of door kruipruimte, geïsoleerd
- EPG
Voor woningbouw kan hier worden aangegeven of de leidingen door onverwarmde ruimten en/of kruipruimte zijn geïsoleerd. Dit heeft invloed op de correctie van het interne distributierendement, zie tabel 14.3 NEN 7120. Voor utiliteitsbouw is dit ook van invloed op het distributierendement, hiermee wordt aangegeven of de leidingen in het systeem zijn geïsoleerd of niet, zie tabel 14.5 NEN 7120.
Publicaties
Intern distributierendement
Plaatsing leiding
- EPG
Voor woningbouw kan hier worden aangegeven hoe de structuur van het distributiesysteem is. Mede hiermee wordt het distributierendement voor verwarming bepaald; zie tabel 14.2 NEN 7120.
- Leidingen langs gevel;
- Geïsoleerde verdeler;
- Ongeïsoleerde verdeler.
Publicaties
Rekenwaarden intern distributierendement