Zone

De tabel Zones onder Eigenschappen geeft je een lijst met zones die in het project aanwezig zijn. Deze tabel is alleen aanwezig wanneer de module EPG of WV actief is. Je hebt zelf invloed op het aantal zones in een project door in deze tabel nieuwe zones aan te maken, zones te verwijderen etc.

In tegenstelling tot de ruimten, die het programma automatisch uit de geometrie ophaalt, dien je zelf handmatig een zone toe te voegen. Zie hiervoor de functie Toevoegen onder aan de tabel.

Elke zone kan apart bewerkt worden. Door in de tabel met zones op het vierkantje met het potloodje te klikken, wordt in een nieuw tabblad het wijzigingsscherm geopend van de betreffende zone.

Auto nr.

Met deze functie kun je de zones in de tabel automatisch nummeren. Er komt dan een viercijferig getal te staan onder de kolom “Nr”; 0001, 0002, 0003 etc.

Let op: Hij nummert alleen de zones zonder nummer. Als je dus alle zones opnieuw wenst te nummeren dien je eerst het zonenummer van alle zones te legen.

De functie autonummer nummert de zones op volgorde van invoer. Dat wil zeggen dat de laatst ingevoerde zone het hoogste zonenummer krijgt.

Auto naam

Met deze functie kun je de zones in de tabel automatisch een naam geven.

Let op: Hij geeft alleen de zones zonder een naam een zonenaam. Als je dus alle zones opnieuw wenst te benoemen dien je eerst de zonenamen van alle zones te legen.

Eigenschappen bewerken

Gebruiksoppervlakte volgens eigen invoer

  • EPG

Standaard wordt de gebruiksoppervlakte, Ag, automatisch bepaald aan de hand van de ingevoerde geometrie. mocht je deze gebruiksoppervlakte willen aanpassen in tegenstellling tot de gebruiksoppervlakte vanuit de geometrie, kun je hier een vinkje zetten en de gebruiksoppervlakte invoeren.

Perimeter volgens eigen invoer

  • EPG

Standaard wordt de perimeter automatisch bepaald aan de hand van de ingevoerde geometrie. Mocht je deze perimeter willen aanpassen in tegenstellling tot de perimeter vanuit de geometrie, kun je hier een vinkje zetten en de perimeter invoeren.

Ligging

  • Warmteverlies

Er kan hier voor appartementen of rijwoningen een ligging opgegeven worden. De keuze heeft, voor meerlaagse woningen, invloed op het bepalen van de infiltratiehoeveelheid indien er niet voldaan wordt aan het bouwbesluit (qv10 kan onbekend is).

  • Tussenligging op de onderste of tussenverdieping
  • Tussenligging op de bovenste verdieping
  • Kop-, eind- of hoekligging op de onderste of tussenverdieping
  • Kop-, eind- of hoekligging op de bovenste verdieping.

Terug naar Eigenschappen