Algemeen

Subtak

Hier wordt aangegeven of het om een hoofdtak gaat of om een subtak.

  • Hoofdtak; In de hoofdtak bevindt zich het begin van het leidingstelsel, daar waar een pomp, ventilator, watermeter, gasmeter enz. in zit.
  • Subtak; Omdat grotere stelsels onoverzichtelijk kunnen worden en vaak identieke takken bevatten, kan er van subtakken (of deeltakken) gebruik worden gemaakt. Een subtak is in principe een zelfstandig stelsel met een eigen begrenzing. De overige gegevens (medium, soortelijke massa, temperatuur, enz.) en ook de begrenzing als die hier niet is opgegeven, worden van het voorgaande stelsel overgenomen, waar de subtak op aangesloten is. Één subtak kan op meerdere punten in een stelsel worden aangesloten en ook zelfs binnen meerdere stelsels. De subtak kan ook worden gebruikt als een gedeelte van het totale stelsel een afwijkende begrenzing zou moeten hebben. In plaats van alle leidingen af te lopen en hier de begrenzing te veranderen kan van dit gedeelte een subtak gemaakt worden. Deze begrenzing geldt dan alleen voor alle leidingen in de subtak.

Geluid VA112

Dit veld is alleen zichtbaar als het programma Geluid in luchtkanalen ook besteld is bij VABI. Door dit invoerveld aan te klikken, geeft men aan tevens een geluidberekening te willen uitvoeren en zullen specifieke invoervelden verschijnen voor de geluidberekening.

Begrenzingen

Voor het dimensioneren van de afmetingen moet bekend zijn welk leidingmateriaal en welke snelheidsbegrenzingen er zijn toegestaan. Klikt men dit invoerveld aan, dan komt men in het scherm Luchtkanalen. Begrenzing luchtkanalen

Begrenzingen luchtkanaalberekening

Installatiesoort

Bij het aanklikken van dit invoerveld verschijnt een keuzemenu waarin men kan selecteren uit:

  • Toevoer
  • Afvoer

Ventilator

Dit veld is alleen zichtbaar als het programma Geluid in luchtkanalen ook besteld is bij Vabi en de optie Geluid VA112 is aangevinkt. Door dit invoerveld aan te klikken in het scherm Ventilatorgegevens. Hierin heeft men de mogelijkheid de gegevens in te geven voor de geluidproductie van de ventilator. Dit is nog niet van belang bij het dimensioneren van kanalen, maar wel bij het berekenen van geluid in luchtkanalen.

Wil je een geluidsberekening kunnen maken, dan moet er een ventilator geselecteerd zijn.

Medium

Opgave medium

Voor de bepaling van de drukval in kanalen is de kinematische viscositeit en de soortelijke massa van het te transporteren medium van belang. Bij het aanklikken van dit item krijgt men een keuzemenu met de volgende mogelijkheden:

  • 0. Soortelijke massa (kg/m³) – kin. visc. x 10^6:  soortelijke massa en kinematische viscositeit opgeven
  • 1. Temperatuur (°C) – hoeveelheid vocht (gr/kg): temperatuur en hoeveelheid vocht van de lucht opgeven
  • 2. Temperatuur (°C) – relatieve vochtigheid (%): temperatuur en relatieve vochtigheid van de lucht opgeven

Isolatie

Uitwendig

Dikte van de eventueel aanwezige uitwendige isolatie, dit geldt voor alle kanaaldelen. Per kanaaldeel kan van deze default isolatiedikte worden afgeweken. Uitwendige isolatie is alleen bij rechthoekige kanalen mogelijk. De isolatie wordt opgenomen in de materialenstaat.

Inwendig

Dikte van de eventueel aanwezige inwendige isolatie, dit geldt voor alle kanaaldelen. Per kanaaldeel kan van deze default isolatiedikte worden afgeweken. inwendige isolatie is alleen bij rechthoekige kanalen mogelijk. De isolatie wordt opgenomen in de materialenstaat.

Wandruwheid

Als er gekozen is voor inwendig isolatie moet de wandruwheid van het inwendige isolatiemateriaal worden opgegeven. De lucht stroomt namelijk niet langs de metalen of kunststof wand, maar langs het isolatiemateriaal. ISSO-publicatie 17 geeft voor de wandruwheid van inwendig geïsoleerde kanalen 0.25 mm (invullen als 25) als richtwaarde (tabel 5.1 ISSO 17).

Publicaties
ISSO-publicatie 17
Kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen in woning- en utiliteitsbouw

Druk

Systeemdruk

Beschikbare systeemdruk. In sommige gevallen zal het gewenst zijn om de totale drukval van een installatie of installatiedeel te begrenzen, bijvoorbeeld bij een reeds bestaande pomp/ventilator. In dat geval zal het programma bij het berekenen de drukval in het leidingnet gaan afvlakken totdat de gewenste systeemdruk is bereikt. Indien geen begrenzing gewenst is kan 999999 Pa worden ingevuld.

Hulpstukken

Maximum A/B verhouding

De hier op te geven waarde geldt als maximum voor de verhouding van de beide zijden van een rechthoekig kanaal. Deze waarde moet tenminste 1.5 zijn en mag maximaal 9 bedragen. Daarbij is A de hoogtemaat van het kanaal.

Aanhouden A-maat

Het programma dimensioneert indien mogelijk vierkante kanalen, dus bv. 400×400, 250×250 en 200×200 mm. Aanhouden A-maat betekent dat de maat van afmeting A (hoogte) indien mogelijk wordt gehandhaafd, dus bijvoorbeeld dat een luchtkanaal van 400×400 mm wordt aangesloten op een kanaal van 400×300 mm, dat weer wordt aangesloten op een kanaal van 400×250 mm, enz.

T-stuk

Opgave van het default T-stuk. Overal waar het programma een T-stuk ziet wordt deze default waarde gebruikt. Dit kan overruled worden bij het T-stuk zelf.

Bocht

Opgave van de default bocht. Overal waar het programma een bocht ziet wordt deze default waarde gebruikt. Dit kan overruled worden bij de bocht zelf.

Luchtdichtheidsklasse

Luchtkanalen worden voor een bepaald doel toegepast, waarvoor een zekere luchtdichtheid is vereist, die wordt aangeduid met de klassen geen lekken, klasse O en klasse A t/m D. Afhankelijk van de gekozen luchtdichtheid zal het totale luchtdebiet door het programma verhoogd worden.

Ventilatorgegevens

Dit scherm is een sub-invoerscherm van het invoerscherm Stelsels Luchtkanalen en wordt aangeklikt onder Ventilator. Dit scherm wordt alleen gebruikt voor de geluidberekening (dus het vakje Geluid VA112 moet aangeklikt zijn).

In dit scherm kunnen de geluidskarakteristiek en gegevens van de ventilator voor de berekening van de geluidproductie worden opgegeven. Keuze of de geluidproductie van de ventilator wordt berekend (Ja opgeven) of dat de geluidproductie van de ventilator per octaafband wordt opgegeven (Nee opgeven).

Indien je kiest voor berekenen geluidproductie van de ventilator, dan wordt het geluidvermogen berekend conform paragraaf 2.3 van de ISSO-publicatie 24 Installatiegeluid.

Publicaties
ISSO Publicatie 24 (1990)
Installatiegeluid

Luchtdebiet

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja is gekozen. Het luchtdebiet dat door de ventilator verplaatst wordt.

Totale opvoerhoogte (delta p)

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja is gekozen. De totale opvoerhoogte is het drukverschil over de ventilator. De opvoerhoogte die hier wordt ingevuld, wordt gebruikt voor afvlakken.

Toerental

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja is gekozen. Het toerental van de ventilator in toeren per minuut met een maximum van 3000.

Werkingsgraad (Q/Qopt)

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja is gekozen. De werkingsgraad van de ventilator is de verhouding van de bij Luchtdebiet ingevulde luchthoeveelheid en de luchthoeveelheid bij het maximale rendement van de ventilator, bij hetzelfde toerental. De werkingsgraad kan uit de ventilatorkarakteristiek worden afgelezen.

Uitvoering

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja is gekozen. Keuze uit de onderstaande mogelijkheden:

  • Centrifugaal
  • Axiaal
De correctie op het niveau van het geluidsvermogen voor de bepaling van het niveau van het geluidsvermogen per octaafband is voor centrifugaal ventilatoren niet hetzelfde als voor axiaal ventilatoren.

Aantal schoepen

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja en wanneer bij Uitvoering voor Centrifugaal is gekozen. Aantal schoepen van de ventilator ten behoeve van de bepaling van de schoepfrequentie bij centrifugaal ventilatoren.

Schoepvorm

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Ja en wanneer bij Uitvoering voor Centrifugaal is gekozen. Keuze uit de onderstaande mogelijkheden:, deze keuze is noodzakelijk voor het bepalen van de correctieterm per octaafband:

  • Voorwaarts
  • Achterwaarts

Geluidproductie Lw

In te vullen wanneer bij Berekenen voor Nee is gekozen. Hier kan de geluidproductie van de ventilator per octaafband worden opgegeven. Dit is in te vullen voor onderstaande octaafbanden:

  • 63 Hz
  • 125 Hz
  • 250 Hz
  • 500 Hz
  • 1000 Hz
  • 2000 Hz
  • 4000 Hz

Databank

Voor de ventilator is het mogelijk om een databank te gebruiken. Deze is door de gebruiker zelf te vullen.


Terug naar Stelsels