Onderwerpen binnen :

Algemeen

Subtak

Hier wordt aangegeven of het om een hoofdtak gaat of om een subtak.

  • Hoofdtak; In de hoofdtak bevindt zich het begin van het leidingstelsel, daar waar een pomp, ventilator, watermeter, gasmeter enz. in zit.
  • Subtak; Omdat grotere stelsels onoverzichtelijk kunnen worden en vaak identieke takken bevatten, kan er van subtakken (of deeltakken) gebruik worden gemaakt. Een subtak is in principe een zelfstandig stelsel met een eigen begrenzing. De overige gegevens (medium, soortelijke massa, temperatuur, enz.) en ook de begrenzing als die hier niet is opgegeven, worden van het voorgaande stelsel overgenomen, waar de subtak op aangesloten is. Één subtak kan op meerdere punten in een stelsel worden aangesloten en ook zelfs binnen meerdere stelsels. De subtak kan ook worden gebruikt als een gedeelte van het totale stelsel een afwijkende begrenzing zou moeten hebben. In plaats van alle leidingen af te lopen en hier de begrenzing te veranderen kan van dit gedeelte een subtak gemaakt worden. Deze begrenzing geldt dan alleen voor alle leidingen in de subtak.

Installatiesoort

  • Leidingnet

Soort installatie, keuze uit:

  • Installatie met alleen een aanvoerleiding.
  • Installatie met aanvoerleiding en retourleiding, waarbij alleen de aanvoerleiding wordt opgegeven (retour parallel).
  • Installatie met aanvoerleiding en retourleiding, waarbij alleen totale lengte wordt opgegeven.
  • Installatie met een aanvoer en een retourleiding waarbij beide leidingen afzonderlijk worden opgegeven (bijvoorbeeld Tichelman-systeem).

Begrenzingen

Voor het dimensioneren van de afmetingen moet bekend zijn welk leidingmateriaal en welke snelheidsbegrenzingen er zijn toegestaan. Klikt men dit invoerveld aan, dan komt men in het scherm Leidingnet.

Gelijktijdigheid

  • Leidingnet

Voor het op een juiste manier dimensioneren van een warmtedistributienet (stadsverwarming, gestapelde bouw) kan voor het aansluitvermogen van de verschillende huisinstallaties een bepaalde gelijktijdigheid meegenomen worden. Deze wordt nader omschreven bij Invoeren begrenzingen: Gelijktijdigheid.

Om een uitspraak te kunnen doen over de werkelijke maximale warmtevraag van woningen in de woonwijk is door de afdeling ETM van REMU een onderzoek gedaan naar de werkelijke warmtevraag in bestaande distributienetten. Hieruit is naar voren gekomen dat voor de gelijktijdigheid, betrokken op het aansluitvermogen per woning (transmissie + warmtapwater vermogen) 100% bedraagt voor de laatste twee woningen van iedere strang.

Vervolgens wordt deze gelijktijdigheidsfactor afgebouwd met telkens 5% na iedere tweede woning tot een minimale waarde van 70%. De begrenzing die via het algemene scherm aan de installatie gekoppeld is, bepaalt de gelijktijdigheidsfactoren voor de totale berekening!

In het programma zijn te wijzigen defaultwaarden ingebouwd. Afhankelijk van de ingevoerde factor wordt het aansluitvermogen per woning x factor gedaan. (invoer van vermogen bij apparaat = vermogen van woningaansluiting).

Medium

Opgave medium

  • Leidingnet

Voor de bepaling van de drukval in leidingen/kanalen is de soortelijke massa en de kinematische viscositeit van het te transporteren medium van belang. Je kunt vanaf versie 10.50 zelf de temperatuur opgeven voor water.

  • Water
  • Vrije opgave

Bij de keuze van vrije opgave moet de soortelijke massa en de kinematische viscositeit van het medium worden opgegeven. Deze zijn voor bijvoorbeeld water/glycol terug te vinden in ISSO 18 bijlage C.

Publicatie
ISSO Publicatie 18 (2012)
Leidingnetberekening

 

 

Gegevens medium

  • Leidingnet

Geef de soortelijke massa,  Kinematische viscositeit (*-10^6), Soortelijke warmte en Temperatuurverschil van het medium.

Het product van soortelijke warmte en deltaT is de omrekeningsfactor waarmee warmtestromen [Watt] worden omgerekend in massastromen [kg/s].

Temperatuur

Aanvoertemperatuur

  • Leidingnet

De aanvoertemperatuur is de aanvoertemperatuur van de opwekker. Vanaf 30°C wordt het systeem gezien als “verwarming”.

deltaT

  • Leidingnet

De deltaT is het temperatuurverschil door afkoeling over een radiator. Of opwarming over bijvoorbeeld een fancoilunit in geval van gekoeld water. De hier ingevulde temperatuur is de standaard. Daarnaast kan je de delta T per apparaat opgeven bij Invoeren – Apparaat – delta T.

Het product van soortelijke warmte en deltaT is de omrekeningsfactor waarmee warmtestromen [Watt] worden omgerekend in massastromen [kg/s].

max. dT systeem

  • Leidingnet

Er wordt een melding gegeven als het verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur groter is dan deze waarde. Dit is slechts een waarschuwing, het is wel mogelijk om door te gaan met rekenen. Doordat er verliezen in de leidingen zijn, zal max. dT groter zijn dan deltaT.

Omgevingstemperatuur

  • Leidingnet

De omgevingstemperatuur wordt gebruikt om de afkoeling (in geval van verwarming) of de opwarming (bij koeling) van het water in de leidingen uit te rekenen.

Lambda isolatie

  • Leidingnet

De warmtegeleidingscoëfficiënt van het isolatiemateriaal. De default waarde is 0,035 W/m∙K en komt overeen met glaswol, polyurethaanschuim en polyethyleenschuim.

Zie hiervoor o.a. tabel 10 en tabel 11 van ISSO 25 leidingisolatie. ISSO 25-2/3

Druk

Systeemdruk

Beschikbare systeemdruk. In sommige gevallen zal het gewenst zijn om de totale drukval van een installatie of installatiedeel te begrenzen, bijvoorbeeld bij een reeds bestaande pomp/ventilator. In dat geval zal het programma bij het berekenen de drukval in het leidingnet gaan afvlakken totdat de gewenste systeemdruk is bereikt. Indien geen begrenzing gewenst is kan 999999 Pa worden ingevuld.

Systeemdruk opmaken

  • Leidingnet

Indien er een gewenste systeemdruk opgegeven is zal het totale stelsel zo ingeregeld worden dat de beschikbare druk volledig weggeregeld wordt. Dit is onder andere van toepassing bij stadsverwarmingprojecten, waarbij bijvoorbeeld 10 kPa “ opgemaakt” moet worden.

Stat. hoogte meenemen

  • Leidingnet

Indien gewenst kunnen drukgradiënten als gevolg van zwaartekracht meegenomen worden in de berekening. Als hiervoor gekozen is zal voor de verticale leidingen de statische hoogte meegerekend worden.

Sigaarvorm toestaan

  • Leidingnet

Keuze uit ‘Ja’ of ‘Nee’. Kiest men voor sigaarvorm dan staat men toe dat in de loop van het leidingsysteem verwijdingen voorkomen. Dat wil zeggen dat op plaatsen de leiding eerst een grotere diameter krijgt en daarna weer een kleinere diameter. Er worden dan geen foutmeldingen in de uitvoer gegeven. Kiest men voor Nee, dan verschijnen er wel foutmeldingen op die plaatsen waar verwijdingen optreden.

Zeta eindapparaten

  • Leidingnet

Weerstandsfactor die standaard voor ieder aangesloten apparaat in de berekening wordt meegenomen. Default staat deze waarde op 2.5. Dit is een gangbare waarde voor radiatoren. Voor nauwkeurige berekeningen: raadpleeg de documentatie van de leverancier.

T-stuk

Opgave van het default T-stuk. Overal waar het programma een T-stuk ziet wordt deze default waarde gebruikt. Dit kan overruled worden bij het T-stuk zelf.

Bocht

Opgave van de default bocht. Overal waar het programma een bocht ziet wordt deze default waarde gebruikt. Dit kan overruled worden bij de bocht zelf.

Min. Druk ventielen

  • Leidingnet

Minimale gewenste druk voor de ventielen kan worden opgegeven in verband met de aanspreekbaarheid van de ventielen (default waarde 3000 Pa).


Terug naar Stelsels