UO Stroming kan eenvoudig op een netwerk worden geïnstalleerd. Er zijn echter een aantal punten waar rekening mee moet worden gehouden:

  • Deze programma’s hebben geen ‘multi-user‘-functionaliteit. Meerdere gebruikers kunnen dus niet tegelijk aan het zelfde project werken. Ze kunnen dit wel na elkaar doen;
  • Gebruikers kunnen wel tegelijk aan verschillende projecten werken. Heel belangrijk is alleen dat er per gebruiker een aparteWERK-, TEMP– en BACKUP– directory moet zijn ingesteld.
  • De programma’s kunnen niet overweg met de ‘unc’-naamgeving (bijv. \\server1\apps\vabi_uo). De paden waar de programma’s staan en de paden die het programma gebruikt, moeten dus aan drive-letters gekoppeld zijn.

Als eerste moeten de programma’s volgens de ‘normale’ installatie-handleiding in een directory op het netwerk worden geïnstalleerd. De overige instellingen worden via het bestand VABI.INI geregeld, dat zich dan in deze directory bevindt.

Als meerdere gebruikers van dezelfde WERK-, TEMP– of BACKUP map (directory) gebruik maken kunnen de werkgegevens onherstelbaar beschadigd worden.

Instellingen van VABI.INI

In het bestand VABI.INI worden diverse instellingen van het programma vastgelegd. Dit zijn onder andere de instellingen van de uitvoer, kleurinstellingen en ook de diverse directories.

Bij het installeren op een netwerk moet voornamelijk op vijf directories gelet worden:

  • De map (directory)PROJecten (PROJDIR in VABI.INI): In deze directory worden de projecten bewaard. In het programma wordt deze directory als default gebruikt. In principe kan er in iedere willekeurige directory een project ingelezen of weggeschreven worden ( behalve de ingestelde WERK– of TEMP-directory ). Deze mag dus voor iedereen hetzelfde zijn;
  • De map (directory)BESTanden (BESTDIR in VABI.INI): Hierin worden eigen gemaakte databanken opgeslagen. Het is verstandig om iedere gebruiker naar dezelfde directory te laten verwijzen, zodat iedere gebruiker bij de in het bedrijf (door andere gebruikers) aangemaakte databanken kan;
  • De map (directory)WERK (WERKDIR in VABI.INI): Wanneer een project wordt ingelezen, dan worden de bestanden hiervan in de WERKDIR gezet. Alle veranderingen die dan gedaan worden worden in deze directory bewaard. Pas als het project weer wordt weggeschreven, worden deze verandering weer in het project opgeslagen. Daarom is het belangrijk dat een project maar door één gebruiker tegelijk wordt gebruikt! Tenzij de gebruiker het project onder een andere naam wegschrijft, zodat een tweede ( en dus apart ) project wordt gemaakt;
  • De tijdelijke bestanden map (directory)TEMP (TEMPDIR in VABI.INI): Verschillende programma’s zetten hier tijdelijke resultaten of instellingen in. Deze directory moet dus ook voor iedere gebruiker verschillend zijn.
  • De backup bestanden map (directory)BACKUP (BACKUPDIR in VABI.INI): Wanneer in een project een (onherstelbare) actie wordt uitgevoerd maakt het programma een backup van het project, zodat altijd een vorige versie van het project bewaard blijft. Er blijven maximaal 50 backups van de projecten bewaard.

Er zijn twee verschillende methodes om de hierboven genoemde directories op een netwerk in te stellen:

  • Via Instellingen van relatieve paden: bijvoorbeeld werkdir = .\werk\;
  • Via Instellen van absolute paden: bijvoorbeeld werkdir = F:\vabi_uo\werk\.

Voor de hierna volgende voorbeelden wordt deze basisconfiguratie genomen:

  • De programma’s staan op de server in F:\APPS\VABI_UO;
  • Voor iedere gebruiker is in zijn home-directory een VABI_UO directory met een WERK-, een TEMP- en een BACKUP- directory aanwezig: zoals H:\USERS\PIET\VABI_UO\WERK, H:\USERS\PIET\VABI_UO\TEMP en H:\USERS\PIET\VABI_UO\BACKUP.
  • De projecten en databanken worden in aparte directories op G:\DATA\VABI_UO bewaard. (De bestanden die reeds in F:\APPS\VABI_UO\BESTAND staan moeten dan wel naar G:\DATA\VABI_UO\BESTAND gekopieerd worden.)

Instellingen van relatieve paden

Als de programma’s voor het eerst worden geïnstalleerd dan zijn de instellingen in feite al geschikt om via relatieve paden te werken. In het bestand VABI.INI in de VABI_UO directory staat dan o.a. het volgende:

  • [VABI]
  • WERKDIR=.\WERK\
  • TEMPDIR=.\TEMP\
  • PROJDIR=.\PROJ\
  • BESTDIR=.\BESTAND\

In deze file dient dan nog een regel toegevoegd te worden voor de BACKUPDIR, zodat de tekst in VABI.INI er als volgt uit komt te zien:

  • [VABI]
  • WERKDIR=.\WERK\
  • TEMPDIR=.\TEMP\
  • BACKUPDIR=.\BACKUP\
  • PROJDIR=.\PROJ\
  • BESTDIR=.\BESTAND\

Onder het kopje VABI staat ondermeer beschreven welke directories het programma moet gebruiken. Om het programma voor meerdere gebruikers geschikt te maken, is het van belang dat de WERK-, TEMP- en BACKUP-directory voor iedere gebruiker verschillend is.

Als we nu naar de WERK-directory kijken staat deze op ‘.\werk\’. Het gedeelte ‘.\’ geeft aan dat de directory wordt gebruikt waarin men is opgestart. Om er dus voor te zorgen dat iedere gebruiker andere directories gebruikt, moet iedere gebruiker dus in een andere directory het programma opstarten. In Windows kan men dit aangeven in de eigenschappen van de snelkoppeling. Als laatste moet er nog een zoekpad worden aangemaakt die verwijst naar de VABI_UO directory. ( zodat vabidate.dll gevonden wordt )

Voorbeeld instellingen relatieve paden:

  • De instellingen in VABI.INI worden dan:
    [VABI]
    WERKDIR=.\WERK\
    TEMPDIR=.\TEMP\
    BACKUPDIR= \BACKUPDIR\
    PROJDIR=G:\DATA\VABI_UO\PROJ\
    BESTDIR=G:\DATA\VABI_UO\BESTAND\Voor gebruiker ‘Piet’ moet dan op zijn computer een snelkoppeling naar F:\APPS\VABI_UO\VABIMENU.EXE worden aangemaakt. BijBeginnen in: in de eigenschappen van de snelkoppeling komt dan H:\USERS\PIET\VABI_UO te staan (dit is dus de huidige directory).Gebruiker ‘Piet’ moet ook nog een zoekpad naar F:\APPS\VABI_UO hebben. De meest simpele manier om dit te doen is in de AUTOEXEC.BAT de regel SET PATH=%PATH%;F:\APPS\VABI_UO te zetten. Maar dit kan ook via een loginscript geregeld worden.

Instellen van absolute paden

In plaats van de relatieve paden kunnen de WERK-, TEMP- en BACKUP- directory ook via absolute paden worden opgegeven. Er hoeft dan geen zoekpad meer te worden aangemaakt.

Voorbeeld instellingen absolute paden:

  • De instellingen in VABI.INI worden dan:
    [VABI]
    WERKDIR=Q:\WERK\
    TEMPDIR=Q:\TEMP\
    BACKUPDIR=Q:\BACKUP\
    PROJDIR=G:\DATA\VABI_UO\PROJ\
    BESTDIR=G:\DATA\VABI_UO\BESTAND\Voor gebruiker ‘Piet’ moet dan het volgende gebeuren:
    – Er moet voor de gebruiker een netwerkverbinding worden aangemaakt, zodat Q:\ verwijst naar H:\USERS\PIET\VABI_UO.
    – Op zijn computer moet een snelkoppeling naar F:\APPS\VABI_UO\VABIMENU.EXE worden aangemaakt.Door het op deze manier te installeren gebruiken alle gebruikers dezelfde VABI.INI in de VABI_UO directory. Hierdoor hebben alle gebruikers dus dezelfde instellingen (fonts, kleuren,…). En als dit bestand schrijfbeveiligd is kan de gebruiker bepaalde instellingen niet meer veranderen (dit kan een voordeel zijn).
Omdat de UO programma’s veel gebruik maken van bestanden in de WERKDIR, TEMPDIR en BACKUPDIR kan op sommige netwerken een aanzienlijke snelheidswinst worden behaald door deze op de lokale harde schijf te zetten. Dus bijvoorbeeld door in de VABI.INI op het netwerk het volgende in te stellen:

[VABI]
WERKDIR=C:\VABI_UO\WERK\
TEMPDIR= C:\VABI_UO\TEMP\
BACKUPDIR= C:\VABI_UO\BACKUP\

Deze directories moeten dan wel weer eerst worden aangemaakt bij diegene die de programma’s gaan gebruiken! Gebruikers die nog weleens van werkplek wisselen moeten dan wel steeds het project wegschrijven op de oude werkplek, en daarna weer inlezen op de nieuwe werkplek.

Eigen instellingen per gebruiker

Het is ook mogelijk om iedere gebruiker een eigen INI-bestand te geven zodat de gebruiker zijn eigen instellingen kan bewaren en anderen daar geen last van hebben.

Als eerste moet dan in het ‘operating system’ een omgevingsvariabele VABIUSER of USER of USERNAME gezet worden met de gebruikersnaam. (bijv. SET VABIUSER=PIET)

In de VABI.INI in de VABI_UO directory op het netwerk moet dan onder het kopje ‘Users’ de gebruikersnaam worden toegevoegd en een verwijzing naar zijn INI bestand.

Bijvoorbeeld:

  • [Users]
    PIET=H:\USERS\PIET\PIET.INI

Het programma zal dan dit INI-bestand gebruiken om zijn instellingen op te halen en weg te schrijven. Dus ook de WERKDIR, TEMPDIR en BACKUPDIR instellingen uit de gebruikers-ini worden gebruikt.

Bijvoorbeeld:

Gebruiker Piet is ingelogd en de variabele VABIUSER staat op PIET.

De instellingen in VABI.INI worden dan:

  • ———————– VABI.INI ————————
    [VABI]
    WERKDIR=Q:\WERK\
    TEMPDIR=Q:\TEMP\
    BACKUPDIR=Q:\BACKUP\
    PROJDIR=G:\DATA\VABI_UO\PROJ\
    BESTDIR=G:\DATA\VABI_UO\BESTAND\[Users]
    PIET=H:\USERS\PIET\PIET.INI

In H:\USERS\PIET\PIET.INI staat het volgende:

  • ———————– PIET.INI ————————-
    [VABI]
    WERKDIR=C:\VABI_UO\WERK\
    TEMPDIR=C:\VABI_UO\TEMP\
    BACKUPDIR=C:\VABI_UO\BACKUP\
    ————————————————————

Voor gebruiker ‘Piet’ moet dan het volgende gebeuren: Op zijn computer moet een snelkoppeling naar F:\APPS\VABI_UO\VABIMENU.EXE worden aangemaakt.

Het programma gebruikt dan de WERKDIR, TEMPDIR en BACKUPDIR in C:\VABI_UO\ op de computer van ‘Piet’. Instellingen die niet in de gebruikers-ini staan worden dan uit de VABI.INI in de VABI_UO directory gehaald.

Instellen van de toegangsrechten

Om de programma’s voldoende af te kunnen schermen van de gebruikers zijn de volgende (minimale) instellingen benodigd:

  • Om er voor te zorgen dat meerdere gebruikers de programma’s kunnen opstarten moet op de server meestal aangegeven worden dat de programma’s in de VABI_UO folder ge-‘shared’ zijn.
  • In de directory VABI_UO heeft de gebruiker genoeg aan lees- en filescan rechten.

Terug naar Algemeen