Ventielen

Kleppen in leidingnet en in tapwater

  • Leidingnet
  • Tapwater

In versie 11.50 zijn ook ventielen te plaatsen in ringleidingen. In de vorige versie werd de inregeldruk weergegeven per deelring. Door hier nu een inregelventiel te plaatsen krijg je nu in de drukresultaten van de ringleidingen ook de inregelstanden te zien. Dit betekent wel dat de zwaarste deelring ook een extra druk krijgt waardoor de pompdruk weer iets hoger wordt.

De opzet van de ventielen en ook de databanken zijn overgenomen uit het leidingnet programma VA100.

In dit scherm worden gegevens van een ventiel ingelezen uit een databank, weggeschreven naar een eigen databank, of eventueel wanneer de gegevens niet voorkomen in de databank, hier ingevoerd (zie de button Toevoegen).

De weerstandsfactoren van appendages verschillen sterk per type en fabrikant en dienen gebruikt te worden als richtwaarde bij de berekening. Bij ventielen kan men veel nauwkeuriger rekenen met de klepkarakteristiek, de Kv-waarde. De Kv-waarde geeft aan hoeveel m³, met een soortelijke massa van 1000 kg/m³, per uur door de afsluiter stroomt bij een drukval over de afsluiter van 100 kPa.

In het scherm verschijnt het bij het ventiel behorende Kv-waardendiagram.

Algemeen

Stap kleiner

  • Leidingnet
  • Tapwater

Wanneer de strangafsluiter wordt bepaald neemt deze het hele verschil weg tussen de berekende druk van die tak en de druk op het knooppunt ervoor. Consequentie is dat een apparaat in deze tak nu de zwaarste tak wordt en dus helemaal open staat. Soms wil je geen helemaal geopende stand omdat op die positie de inregelkarakteristiek heel ongunstig is. Draai je de kraan een beetje dicht dan kan hij heel slecht reageren of je krijgt ineens een heel grote invloed. Heel moeilijk om de juiste positie te vinden.

Wat je dan kunt doen is de strangafsluiter iets minder ver dicht te draaien, zodat de druk, welke je niet wegregelt, opgemaakt moet worden door de afsluiter in de zwaarste tak van deze strang.

Databank

Databank inlezen

  • Leidingnet
  • Tapwater

Selecteren van producten uit de databanken van leveranciers. Door op deze knop te klikken kunnen er twee dingen gebeuren:

      • Er volgt een overzicht met productgegevens. Daarna kunnen hieruit ventielen één voor één uit de productdatabank gehaald en toegevoegd worden aan de project databank;
      • Als er geen productgegevens zijn wordt een selectiescherm opgestart.

Databank wegschrijven 

  • Leidingnet
  • Tapwater

Door op deze knop te klikken kan men gegevens wegschrijven naar een eigen databank die men zelf een naam kan geven. Het is niet mogelijk om gegevens van een fabrikant in de meegeleverde productdatabank te wijzigen.

Eigen invoer ventiel

Dit scherm wordt opgeroepen wanneer geklikt wordt op de button Toevoegen. In dit scherm is het mogelijk eigen ventielen in te geven of de waarden van een bestaand ventiel in te zien.

Aantal standen

  • Leidingnet
  • Tapwater

Aantal standen waarvoor Kv-waarden worden opgegeven.

Aantal afmetingen

  • Leidingnet
  • Tapwater

Aantal afmetingen waarvoor Kv-waarden worden opgegeven.

Selecteren

  • Leidingnet
  • Tapwater

De gewijzigde of ingevoerde gegevens toekennen aan het projectbestand.

Schoonmaken

  • Leidingnet
  • Tapwater

Alle invoervelden wissen om nieuwe waarden op te geven. De werking van de button Toevoegen in het scherm Kv-waardendiagram ventielen is hier afwijkend. Na het klikken worden de invoervelden niet leeggemaakt. Dit is zo geregeld omdat het in de praktijk zal voorkomen dat men vaak de gegevens van een ventiel uit de databank op een aantal punten wil aanpassen

Invoer Kv-waarden

Dit scherm is een sub-invoerscherm van het invoerscherm Eigen invoer ventiel en wordt daar aangeklikt onder de button Kv-waarden. In dit scherm voert men Kv-waarden in van ventielen, die men zelf heeft opgegeven. Het aantal invoervelden is afhankelijk van het, in het scherm Eigen invoer ventiel opgegeven, aantal standen en aantal afmetingen.

In de eerste kolom geeft men de afmetingen verticaal onder elkaar op. Bovenin de kleinste afmeting en onderin de grootste afmeting. De standen worden ingevoerd in de bovenste rij horizontale invoervelden. Hierbij geldt dat het meest linkse invoerveld altijd gereserveerd is voor de stand “open” en het meest rechtse invoerveld voor de meest dichte stand. In de overige velden geeft men de Kv-waarden op.

Kleppen luchtkanalen

Drukval

  • Luchtkanalen

Drukval van de klep.

Zeta

  • Luchtkanalen

Zeta-waarde van de klep indien er geen drukval van de klep bekend is.

Geluid

  • Luchtkanalen

In te vullen wanneer onder Stelsels Luchtkanalen het vinkje Geluid VA112 aangevinkt is.

Eigen geluid

  • Luchtkanalen

Eigen geluidproductie van de klep per octaafband. Dit is in te vullen voor onderstaande octaafbanden:
63, 125, 250, 500, 1000, 2000 en 4000 (Hz)

Demping

  • Luchtkanalen

De demping van de klep per octaafband. Dit is in te vullen voor dezelfde octaafbanden.

Databank

Voor de luchtkleppen is het mogelijk om een databank te gebruiken. Deze is door de gebruiker zelf aan te vullen.

Kleppen Gasleiding

Kleppen Gasleiding

  • Gasleiding

Lees verder:

Algemeen

Omschrijving [tekst]
Hier wordt de omschrijving van de klep ingegeven.

Codering [tekst]
Unieke codering voor de klep, bijvoorbeeld de bestelcodering.

Leverancier [getal]
Oproepen van het scherm Adresgegevens opdrachtgevers en leveranciers.

Eigenschappen

Type klep [Pa]

Keuze menu met typen kleppen en bijbehorende weerstandsfactoren ontleend aan ISSO-publicatie 18:

      • Vrije opgave: Zeta-waarde vrij op te geven;
      • Rechte klepafsluiter: Zeta-waarde is 4.6;
      • Vrijstroomafsluiter: Zeta-waarde is 1.3;
      • Membraanafsluiter: Zeta-waarde is 2.6;
      • Schuifafsluiter: Zeta-waarde is 0.2;
      • Vlinderklep: Zeta-waarde is 0.3;
      • Terugslagklep: Zeta-waarde is 8.0;
      • Haakse klepafsluiter: Zeta-waarde is 4.0;
      • Plugafsluiter: Zeta-waarde is 1.0;
      • Kogelafsluiter open: Zeta-waarde is 0.1;
      • Kogelafsluiter reduceer: Zeta-waarde is 0.3.

Zeta [Pa]
Zeta-waarde van de klep indien er geen drukval van de klep bekend is.

 

Dempers luchtkanalen

Dempers

  • Luchtkanalen

Algemeen

Omschrijving [tekst]
Hier wordt de omschrijving van de demper ingegeven.

Codering [tekst]
Unieke codering voor de demper, bijvoorbeeld de bestelcodering.

Leverancier [getal]
Oproepen van het scherm Adresgegevens opdrachtgevers en leveranciers.

Eigenschappen

Drukval [Pa]
Drukval van de demper.

Zeta [Pa]
Zeta-waarde van de demper indien er geen drukval van de demper bekend is.

Geluid

In te vullen wanneer onder Stelsels Luchtkanalen het vinkje Geluid VA112 aangevinkt is.

Eigen geluid [Pa]
Eigen geluidproductie van de demper per octaafband. Dit is in te vullen voor onderstaande octaafbanden:

  • 63 Hz;
  • 125 Hz;
  • 250 Hz;
  • 500 Hz;
  • 1000 Hz;
  • 2000 Hz;
  • 4000 Hz.

Demping [Pa]
De demping van de demper per octaafband. Dit is in te vullen voor dezelfde octaafbanden als het Eigen geluid.

Databank
Voor de geluiddemper is het mogelijk om een databank te gebruiken. Deze is door de gebruiker zelf aan te vullen.

 

Warmtapwaterbereider - boiler

Warmwaterapparaten

  • Tapwater

Om in het programma aan te geven dat het een warmwaterleidingsysteem betreft, wordt in het leidinggegevensscherm via warmwaterapparaat een warmwaterbereider geselecteerd. Hier wordt tevens een gelijktijdigheidsklasse gekozen. Om aan te geven dat het om een warmwatersysteem gaat, worden de leidingen die volgen op de leiding waar de warmwaterbereider is geselecteerd rood gekleurd. Voor utiliteitsgebouwen kan zelf de gelijktijdigheid bepaald worden naar eigen inzicht door de gelijktijdigheidsklasse ‘flow maximaal zelf opgeven’ te kiezen.

In dit scherm kunnen gegevens van het aangesloten warmtapwater zoals gelijktijdigheid, temperatuur van de omgeving en temperatuur van het water worden opgegeven.

Omschrijving [tekst]
Hier kan de omschrijving van het warmwaterapparaat ingegeven worden.

Gelijktijdigheid[keuze]

De maximum momentvolumestroom berekend volgens de standaard q√n-methode is niet voldoende om aan de comfortwensen van gelijktijdig tappen van warm tapwater te kunnen voldoen. Het programma maakt gebruik van een aangepaste methode, waarbij rekening wordt gehouden met variaties in gelijktijdigheid. De aangepaste methode is gebaseerd op de methode zoals omschreven in de ISSO/VNI richtlijn 30-2. Deze methode is niet van toepassing op utiliteitsgebouwen. De aangepaste methode is gebaseerd op het bijtellen van tapeenheden. Daartoe is een onderscheid gemaakt in vier gelijktijdigheidsklassen waaruit gekozen kan worden:

  • 1 Flow keukenmengkraan:Gelijktijdigheidsklasse I: Verschillende warmwatertappunten, waarvan er één naar keuze gebruikt wordt, zonder eis van gelijktijdigheid. De maximale volumestroom is gebaseerd op de keukenmengkraan;
  • 2a Flow keuken- en douchemengkraan:Gelijktijdigheidsklasse IIa: Verschillende warmwatertappunten, waarvan er twee gelijktijdig naar keuze kunnen worden gebruikt. De maximale volumestroom is gebaseerd op de keukenmengkraan en de douchemengkraan;
  • 2b Flow keuken- en badmengkraan:Gelijktijdigheidsklasse IIb: Verschillende warmwatertappunten, waarvan er twee gelijktijdig naar keuze kunnen worden gebruikt. De maximale volumestroom is gebaseerd op de keukenmengkraan en de badmengkraan;
  • 3 Flow keuken- douche- en badmengkraan:Gelijktijdigheidsklasse III: Verschillende warmwaterpunten, waarvan er drie gelijktijdig naar keuze kunnen worden gebruikt. De maximale volumestroom is gebaseerd op de keukenmengkraan, de badmengkraan en de douchemengkraan;
  • Flow maximaal zelf opgeven: Voor utiliteitsgebouwen kan zelf de gelijktijdigheidbepaald worden naar eigen inzicht door deze mogelijkheid te kiezen. Er verschijnt dan een invoerveld waarin men de bijtelling warmwater zelf kan opgeven.

Bijtelling warmwater [%]
Dit invoerveld verschijnt wanneer met onder Gelijktijdigheid voor Flow maximaal zelf opgeven is gekozen. Hier kan men de bijtelling warmwater zelf opgeven. Bij 100% wordt de volledige warm water hoeveelheid meegenomen in de totaal telling van koud water.

Sommatie [tekst]
Achter sommatie wordt aangegeven het koudwaterdeel en het warmwaterdeel behorend bij de gekozen gelijktijdigheid. De actuele waarden worden pas weergegeven, wanneer men het scherm met de knop Selecteren heeft gekoppeld aan het scherm Leidinggegevens. Wanneer men het scherm Warmwatergegevens opnieuw opent worden de correcte actuele waarden voor het koudwaterdeel en het warmwaterdeel weergegeven.

Temperatuur warmwater [°C]
Temperatuur van het warme water.

Toestel wachttijd [s]
De tijd die meegenomen dient te worden in het bepalen van de wachttijd per toestel.

Maximum moment volumestroom tapwater

Maximum moment volumestroom

  • Tapwater

Maximum moment volumestroom – Brandslanghaspels [l/min]
Maximale-moment-volumestroom van de brandslanghaspels die tegelijk in een net in werking mogen zijn. In de meeste gevallen worden er maximaal twee in rekening gebracht Voor leidingen in een gecombineerde brandblusdrinkwaterinstallatie met een of meer brandslanghaspels en meerdere nooddouches wordt de plaats van een brandslanghaspel ingenomen door een nooddouche en de grootste volumestroom in rekening gebracht. Voor de berekening van de maximale momentvolumestroom voor leidingen met brandslanghaspels maakt men ook onderscheid tussen leidingen met oogdouche, leidingen met gelaatsdouche en leidingen met plensdouche. Daarbij wordt bij gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels of meer, de volumestroom van de oogdouche niet in rekening gebracht.

Maximum moment volumestroom – Continue verbruik [l/min]
Maximale flow van apparaten die als continue verbruikers zijn aangegeven.

Maximum moment volumestroom – Douchegroep [l/min]
Maximale flow van apparaten die als douchegroep zijn aangegeven.

Maximum moment volumestroom – Oogdouche [l/min]
Maximale flow van apparaten die als oog douche zijn aangegeven.

Maximum moment volumestroom – Gelaat douche [l/min]
Maximale flow van apparaten die als gelaat douche zijn aangegeven.

Maximum moment volumestroom – Plensdouche [l/min]
Maximale flow van apparaten die als plens douche zijn aangegeven.

 

Voor nooddouches houdt men de volgende volumestromen aan:

  • Oogdouche: 0,25 l/s (15 l/min);
  • Gelaatsdouche: 0,42 l/s (25 l/min);
  • Plensdouche: 1,33 l/s (80 l/min)

Voor de berekening van de maximale momentvolumestroom maakt men onderscheid tussen leidingen met oogdouche, leidingen met gelaatsdouche en leidingen met plensdouche. Er is uitgegaan van de betreffende formules zoals vermeld in het ‘Handboek installatietechniek’ (TVVL, ISSO en Novem) en in ‘Het ontwerpen van sanitaire installaties’ (W.J.H. Scheffer).

 

Autoriteit in leidingnet

Autoriteit

  • Leidingnet

Autoriteit [getal
Autoriteit is een eigenschap die aangeeft hoe groot de invloed van een regelafsluiter moet zijn op het leidingwerk achter deze afsluiter. De functie is bedoeld om te bepalen wat de benodigde Kv waarde van de toe te passen regelafsluiters is om een bepaalde autoriteit te bereiken. Hiertoe is het mogelijk om een berekening te maken en hierbij op de plaatsen waar een afsluiter een bepaalde autoriteit moet krijgen deze toe te wijzen. Na het maken van de berekening kan de autoriteit op “overslaan” gezet worden of verwijderd worden en kan de benodigde klep worden toegewezen.

Lees verder:

Algemeen

Omschrijving [tekst]
Hier wordt de omschrijving van de autoriteit ingevuld.

Type klep [tekst]
Hier wordt het type klep van de autoriteit ingevuld, bijvoorbeeld Default.

Fabrikaat [tekst]
Hier wordt het fabrikaat van de autoriteit ingevuld.

Minimale autoriteit [getal]
Hier wordt de minimale waarde voor de autoriteit ingevuld. Een goede richtwaarde voor autoriteit is een waarde tussen 0.3 en 0.6.

Kvs kleiner kiezen [tekst]
Hier wordt gekozen of er wel of niet een kleinere Kvs gekozen mag worden, b.v. (iets) groter in het geval van een pomp waarvan de opvoerhoogte al vast ligt, of kleiner in het geval van een minimaal vereiste autoriteit.

Aantal standen [getal]
Het getal dat hier wordt ingevuld wordt geeft voor een zelf aan te maken Kv-waarden reeks het aantal standen weer.

Aantal afmetingen [getal]
Het getal dat hier wordt ingevuld wordt geeft voor een zelf aan te maken Kv-waarden reeks het aantal afmetingen weer.

Invoer Kv-waarden

Dit scherm is een sub-invoerscherm en opent zich na het klikken op de button Kv-waarden. In dit scherm voert men Kv-waarden in van autoriteiten, die men zelf heeft opgegeven. Het aantal invoervelden is afhankelijk van het opgegeven aantal standen en afmetingen.

In de eerste kolom geeft men de afmetingen verticaal onder elkaar op. Bovenin de kleinste afmeting en onderin de grootste afmeting.  Wanneer in de bovenste regel diameter 0 staat dan wordt deze regel gebruikt vanaf diameter 0. Zou in de volgende regel diameter 12.0 staan dan wordt deze regel gebruikt vanaf maat 12.0.

In de overige velden geeft men de Kv-waarden op bij deze diameter.

Schoonmaken [button]
Alle invoervelden wissen om nieuwe waarden op te geven.

Databank inlezen [button]
In de databank staat een voorbeeld van een standaard te kiezen autoriteit.

 

Druk reduceer in gasleiding

Drukbegrenzer

  • Gasleiding

Drukbegrenzer [getal
Vanaf versie 10.44 is het in de module gasleiding mogelijk om een drukreduceerventiel toe te passen

Algemeen

Omschrijving [tekst]
Hier wordt de omschrijving van de druk begrenzer ingevuld.

Fabrikaat [tekst]
Hier wordt het fabrikaat van de drukbegrenzer ingevuld.

Aantal standen [getal]
Het getal dat hier wordt ingevuld wordt geeft voor een zelf aan te maken reeks het aantal standen weer.

Aantal afmetingen [getal]
Het getal dat hier wordt ingevuld wordt geeft voor een zelf aan te maken reeks het aantal afmetingen weer.

Waarden

Dit scherm is een sub-invoerscherm en opent zich na het klikken op de button Waarden. In dit scherm voert men uitgaande drukken in t.o.v. de inkomende druk. In het bovenstaande voorbeeld wordt een inkomende druk van 100mbar gereduceerd naar een druk van 20mbar. Daarna loopt de druk langzaam op tot bij een inkomende druk van 200mbar een gereduceerde druk van 25mbar.

Het aantal invoervelden is afhankelijk van het opgegeven aantal standen en afmetingen.

In de eerste kolom geeft men de afmetingen verticaal onder elkaar op. Bovenin de kleinste afmeting en onderin de grootste afmeting.  Wanneer in de bovenste regel diameter 0 staat dan wordt deze regel gebruikt vanaf diameter 0. Zou in de volgende regel diameter 12.0 staan dan wordt deze regel gebruikt vanaf maat 12.0. In bovenstaand voorbeeld wordt regel 1 gebruikt tot diameters van 54 mm.

Schoonmaken [button]
Alle invoervelden wissen om nieuwe waarden op te geven.

 

Drukgecompenseerde regelafsluiter in leidingnet

Volume begrenzer

  • Leidingnet

Volume begrenzer [getal
Vanaf versie 10.50 is het in de module leidingnet mogelijk om een drukgecompenseerde volumeregelaar toe te passen

Het scherm is opgezet naar aanleiding van de werkwijze van IMI-inregelafsluiters.

Een afsluiter met een bepaalde diameter heeft diverse inregelstanden. Bij elke stand kan de afsluiter de volumestroom constant houden. Hiervoor heeft hij wel een minimum druk nodig. Deze druk is meestal voor een type afsluiter bij elke stand gelijk maar kan soms afwijken. Vandaar dat de minimum druk per inregelstand wordt gevraagd.

Per diameter moet ook rekening worden gehouden met een maximale druk over de afsluiter, hier gebeurt op dit moment in het programma nog niets mee, kan wel worden ingevoerd.

In het scherm staat per diameter dus eerst een diameter-omschrijving, b.v. DN15.

Dit wordt dan gevolgd door de echte inwendige maat behorende bij de diameter. Deze maat wordt in het programma vergeleken met de berekende inwendige leidingmaat. Komt dit overeen dan wordt voor deze diameter gekozen.

Dan volgt de maximale druk (in kPa) waar het programma nu nog niets mee doet.

Daarna kan per inregelstand een omschrijving van de inregelstand worden gegeven, de bijbehorende volume (in l/h) welke vastgehouden kan worden en de minimale druk in kPa

Verder is in het scherm de mogelijkheid geboden om een andere diameter te kiezen, vul dan het eerste nummer van de diameter in, in dit geval dus 1 tot 8

Ook is in het scherm een maximum flow per diameter gegeven. Bij de waarde in de eerste regel wordt de diameter van de 2e regel gekozen.

Ik heb hier niet de waarde opgegeven van de laatste stand vanwege de tolerantie op de volumestroom welke wel 10 tot 20% kan zijn. Zit je dicht tegen het maximum dan zou je na installatie geen standje hoger kunnen kiezen maar een andere afsluiter moeten installeren

In de berekening gaat het programma dus de juiste diameter opzoeken, ofwel via de maximale volumestroom, of via de vastgezette diameter of via de overkomst van de diameter met de leidingdiameter.

Bij de betreffende afsluiter wordt dan de minimale druk bijgeteld, dus wanneer deze afsluiter in de zwaarste tak zit betekent dit dat deze minimale druk ook bij de pompdruk geteld wordt.

Pompen

Extra pompen in VA109 tapwater

  • Tapwater

Voor het invoeren van toegepaste brandpompen of hydrofoors was het mogelijk om in een leiding een negatieve drukval op te geven.

Vanaf versie 11.50 is er de mogelijkheid om zelf een extra pomp te plaatsen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze pompen kunnen dus als hydrofoor dienen maar ook als brandpomp. Bij een brandpomp wordt de druk alleen meegenomen bij de berekening voor noodvoorzieningen

Ook kun je pompen plaatsen in een ringleiding

Voor de komende versies wordt een databank opgebouwd voor pompen zodat automatisch de pomp diagram gevolgd kan worden.

Omschrijving

  • Tapwater

Hier kan de omschrijving worden ingevuld.

Codering

  • Tapwater

Een eventuele codering kan worden toegevoegd

Fabrikaat

  • Tapwater

Hier kan een fabrikaat worden benoemd.

Brandpomp ja/nee

  • Tapwater

Als er gekozen wordt voor brandpomp “nee” dan gaat de berekening uit van een drukverhoger (hydrofoor) voor het tapwater.  Als er wordt gekozen voor brandpomp “ja” dan wordt de druk alleen meegenomen bij de berekening voor noodvoorzieningen.


Terug naar Invoeren