Onderwerpen binnen :

Iedere keer als er een leiding aangemaakt of geselecteerd wordt, zal zijn unieke nummer in de balk aan de linkerzijde zichtbaar zijn. Via dit nummer kan ook het scherm Leidinggegevens opgeroepen worden. Wanneer men via het scherm Leidinggegevens naar een andere leiding gaat, zal in het isometrische scherm deze leiding actief worden.

Tekenen

Nadat het isometrisch scherm geopend is, kan er begonnen worden met tekenen. Indien er nog geen stelsel aanwezig is, plaatst men een beginpunt ergens in het raster. Dit wordt dan het actieve punt en er verschijnt een symbool (pomp, ventilator…) bij.

Als er al wel leidingen aanwezig zijn, dan is het einde van de actieve leiding het punt van waaruit nieuwe leidingen kunnen worden toegevoegd.

Raster

Een nieuwe leiding kan alleen worden getekend vanuit een actief punt dat op het raster ligt. Is dit niet het geval, dan moet men even in- en weer uitzoomen (‘+’ en ‘-‘ of scroll knop op de muis), het eindpunt van de actieve leiding wordt dan weer op een rasterpunt gelegd.

Als je buiten het tekenoppervlak dreigt te komen kan men via de cursor-toetsen of met een ingedrukte muisknop het tekenvlak verschuiven.

 

 

Selecteren

Met de rechtermuisknop, of met behulp van de onderstaande knoppen, kan een andere leiding geselecteerd worden.

Verder is het mogelijk om met de onderstaande knop te wisselen tussen het sorteren van de leidingen op nummer of op volgorde in het stelsel.

Als leidingen dicht bij elkaar liggen kan men met een tweede rechtermuisklik nogmaals proberen om de gewenste leiding actief te maken. Het programma zoekt dan een andere dichtbij gelegen leiding.

 


Terug naar Tekenen