Onderwerpen binnen :

Algemeen

Subtak

Hier wordt aangegeven of het om een hoofdtak gaat of om een subtak.

  • Hoofdtak; In de hoofdtak bevindt zich het begin van het leidingstelsel, daar waar een pomp, ventilator, watermeter, gasmeter enz. in zit.
  • Subtak; Omdat grotere stelsels onoverzichtelijk kunnen worden en vaak identieke takken bevatten, kan er van subtakken (of deeltakken) gebruik worden gemaakt. Een subtak is in principe een zelfstandig stelsel met een eigen begrenzing. De overige gegevens (medium, soortelijke massa, temperatuur, enz.) en ook de begrenzing als die hier niet is opgegeven, worden van het voorgaande stelsel overgenomen, waar de subtak op aangesloten is. Één subtak kan op meerdere punten in een stelsel worden aangesloten en ook zelfs binnen meerdere stelsels. De subtak kan ook worden gebruikt als een gedeelte van het totale stelsel een afwijkende begrenzing zou moeten hebben. In plaats van alle leidingen af te lopen en hier de begrenzing te veranderen kan van dit gedeelte een subtak gemaakt worden. Deze begrenzing geldt dan alleen voor alle leidingen in de subtak.

Gelijktijdigheid

Indien hier voor gekozen wordt, zal er tijdens de berekening met een gelijktijdigheid F rekening gehouden worden. Bij aansluiting van maximaal 2 toestellen: F=1, bij aansluitingen van 3 of meer toestellen F=0,8.

Begrenzingen

Voor het dimensioneren van de afmetingen moet bekend zijn welk leidingmateriaal en welke snelheidsbegrenzingen er zijn toegestaan. Klikt men dit invoerveld aan, dan komt men in het scherm Gasleiding.

Medium

Soort gas

In het programma kan voor de onderstaande soorten gas gekozen worden. Het programma past automatisch de waarden voor de soortelijke massa en de kinematische viscositeit aan.

  • Aardgas: zal het meeste gebruikt worden;
  • Propaan;
  • Butaan.

Temperatuur gas

Voor de bepaling van de drukval in leidingen is de soortelijke massa en de kinematische viscositeit van het te transporteren medium van belang. Bij het invullen van de temperatuur worden de soortelijke massa en de kinematische viscositeit van het medium automatisch ingevuld. Deze waarde is alleen in te vullen wanneer gekozen is voor Aardgas.

Druk

Begindruk

Beschikbare begindruk. Onderscheid wordt gemaakt tussen hogedruk- en lagedruksystemen. Bij een druk groter dan 30 mbar wordt bij het berekenen geen rekening gehouden met stijgwinst. Bij gasdrukken kleiner of gelijk aan 30 mbar wordt rekening gehouden met stijgwinst en stijgverlies.

Minimum voordruk

De minimale voordruk geldt voor het zwaarst belaste apparaat. De gegevens van dit apparaat worden in de uitvoer vet afgedrukt.

Hulpstukken

Bocht

Opgave van de default bocht. Overal waar het programma een bocht ziet wordt deze default waarde gebruikt. Dit kan overruled worden bij de bocht zelf.


Terug naar Stelsels