Deze pagina is nog in ontwikkeling
Bij verwijzing naar het opnameprotocol, controleer altijd of de gegevens op deze pagina nog actueel zijn met de actuele versie en eventuele errata. Als instructies voor invoer afwijkend  zijn van het opnameprotocol, wordt dit er altijd expliciet bij vermeld.

PV-panelen

Publicaties
Collectoren en panelen Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.4
Collectoren en panelen Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.4

Meerdere rekenzones

Als de PV panelen zijn aangesloten op de hoofdmeterkast, dan geef je het totale oppervlak in een rekenzone op, bijvoorbeeld de grootste rekenzone, het is niet nodig het oppervlak over verschillende rekenzones te verdelen.

Voorbeeld
Een woning bestaat uit twee rekenzones, omdat de slaapkamer voorzien is van koeling. Als je een kopie van de installatie maakt en koeling toevoegt, dan moet je niet vergeten de PV panelen in de tweede installatie met koeling te verwijderen. Je kunt PV ook verdelen, maar dat is niet noodzakelijk.

Als de PV-panelen op verschillende rekenzones zijn aangesloten, kun je het aangesloten oppervlak per rekenzone opgeven.

Collectieve opwekking

Indien er sprake is van een collectieve installatie (bijv. in een appartementencomplex) dan dien je de PV-panelen zelf op basis van m2 naar rato over de appartementen te verdelen.

Rekenvoorbeeld
Een portiek met verschillende appartementen heeft 25 pv-panelen van 2.58 m² in totaal 64.5 m². Voor registratie van het woongebouw (nieuwbouw) voor de BENG-berekening kun je dit oppervlak en aantal overnemen bij de installatie voor het woongebouw van 750 m².
De woningen hebben een gebruiksoppervlak van resp. 65, 75 en 85 m². De PV-panelen moet je oppervlakte gewogen verdelen. Het aantal is niet handig om aan te passen, omdat dit een heel getal is, je vult daarom bij aantal 1 in. Bij het oppervlak vul je het deel in wat aan het appartement toe te rekenen is. Voor het appartement van 85 m² is dat 85/750 × 25×2.58 m² = 7.31 m². Voor het appartement van 75 m² vul je oppervlak van 6.45 m² in en de appartementen van 65 m² vul je een oppervlak van 5.59 m² in.

Ag totaal Ag appartement
gebruiksoppervlak 750 75 85 65
fgebouw 0.1 0.113 0.087
opp. PV panelen 64.5 6.45 7.31 5.59
Let op: Voor een collectief systeem moet de zonneboiler, wanneer deze gekoppeld is aan een gemeenschappelijk tapwater systeem, wel als geheel systeem worden opgegeven. Dit wordt dan door de software automatisch naar rato over de appartementen verdeeld.

Fabricagejaar

Vul hier het jaartal in waarin de zonnepanelen geplaatst zijn.

Uit het opnameprotocol:

Opmerking: Bepaal in het geval van monokristallijne en polykristallijne panelen het jaar van plaatsing. Als dit onbekend is, moet met het bouwjaar van de woning worden gerekend. Is het bouwjaar voor 2001, dan wordt met 2000 als installatiejaar gerekend.

Wattpiek

De forfaitaire waarde waarmee gerekend wordt uit tabel 16.1 uit de NTA 8800, zie afbeelding.

Indien het fabricagejaar onbekend is, zal met het bouwjaar uit de rekenzone (algemeen) gerekend worden.

PVT-panelen

Publicaties
Collectoren en panelen Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.4
Collectoren en panelen Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.4

Zonneboiler

Publicaties

Hellingshoek

Uit het opnameprotocol en praktijkboek §15.4.1:

De hellingshoek is de hoek tussen het paneel of collector en het horizontale vlak. Daarbij is 0° horizontaal en 90° verticaal.

Publicaties
Hellingshoek Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.4.1
Hellingshoek Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.4.1
Hellingshoek
Praktijkboek Energieprestatie paragraaf 15.4.1

Invoer beschaduwing

Je kunt kiezen of je de afmetingen van overstek e/o (zij)belemmeringen invult en dat de software dan ‘Automatisch‘ bepaalt welk type beschaduwing er van toepassing is. Of je bepaalt aan de hand van het opnameprotocol welk type beschaduwing er is en je vult de direct in zonder specifieke afmetingen vast te leggen. Bepaling van beschaduwing wordt dan in het projectdossier vastgelegd. Als er geen vorm van beschaduwing is, dan kun je voor ‘Minimale belemmering‘ kiezen, of voor ‘Automatisch‘ en laat alle vinkjes leeg.

Invoer van beschaduwing wordt hieronder beschreven, deze is voor zonneboiler, PV-panelen en PVT gelijk.

Publicaties
Beschaduwing Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.4.7
Beschaduwing Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.4.7

Kwaliteitsverklaring ophalen via BCRG

Vul eerst alle gegevens van het hele object in, zodat de energieprestatie berekend kan worden. Pas als de EP2 berekend is, vul je de kwaliteitsverklaring in, zodat de energiebehoefte van tapwater en verwarming bekend is.

Meerdere rekenzones
Als het object meerdere rekenzones heeft, en de tapwater- en/of verwarmingsinstallatie wordt met meerdere rekenzones gebruikt, zorg dan dat bij het installatiescherm van de betreffende rekenzones de tapwater en/of verwarmingsinstallatie aan elkaar gekoppeld worden. Lees hier meer over het koppelen van installatie bij meerdere rekenzones.
https://www.vabi.nl/duurzaamheid/installatie-gebruiken-in-meerdere-rekenzones/

Als je voor een zonneboiler een kwaliteitsverklaring gebruikt, dan moet je pas daarna een eventuele verklaring voor de opwekker van verwarming en/of tapwater (opnieuw) invullen, omdat de energiebehoefte die voor de opwekker overblijft afhankelijk is van de prestatie van deze zonneboiler.

Kwaliteitsverklaring ophalen via BCRG
Zet het vinkje aan als je gebruik wilt maken van de koppeling met BCRG. Doe dit in de betreffende rekenzone, zodat de energiebehoefte van de (aangesloten) rekenzone(s) berekend kan worden.

Zoeken naar kwaliteitsverklaring

Zoek op merk, type, of bijvoorbeeld de code uit de BCRG databank, en klik op de betreffende zonneboiler. De gegevens (onder de ‘Zonnecollector’) zullen ingevuld worden.

Controleer de informatie op de kwaliteitsverklaring of die in deze situatie toegepast mag worden. Je kunt ook via de knop ‘Controleer object‘ na gaan of de kwaliteitsverklaring een melding (invoercontrole) geeft op de toepasbaarheid.

Als een zonneboiler niet gevonden wordt, en deze is nog wel geldig, dan kun je altijd kiezen voor handmatige invoer (je zet het vinkje dan weer uit). Je kunt desgewenst navraag doen of een melding geven dat een bepaalde zonneboiler niet gevonden wordt, wij kunnen dit met BCRG opnemen.

Oppervlak per paneel of collector

Neem het oppervlak van de collector over uit documentatie of van een eventuele de kwaliteitsverklaring.

Uit het opnameprotocol §15.4.6:

Bepalen
Bepaal per subsysteem de totale paneel- of collectoroppervlakte van het gebouw waarvan de energieprestatie wordt bepaald. Bij panelen moet je totaaloppervlakte van het systeem bepalen. Bij collectoren moet je ook het aantal collectoren bepalen.

Aandachtspunten

  • Als het apertuuroppervlak of referentieoppervlak niet is aangegeven in de documentatie, moet je uitgaan van de bruto werkelijke oppervlakte van PV(T)-panelen of vlakke plaatcollectoren (beglaasd of niet-beglaasd).
  • Voor vacuümbuiscollectoren waarvan het referentieoppervlak niet is aangegeven, moet je de bruto oppervlakte vermenigvuldigen met 60% voor het bepalen van het referentieoppervlak. 

Uit het praktijkboek §15.4.6:

De paneel- of collectoroppervlakte (zogenaamde referentieoppervlak op basis waarvan de gegevens van de specifieke collector of het specifieke paneel worden vastgesteld) kun je terugvinden op de kwaliteitsverklaring (indien aanwezig). Als er geen kwaliteitsverklaring is, kun je de oppervlakte van de panelen of collectoren in de productdocumentatie vinden.

Publicaties
Paneel- of collectoroppervlakte
Praktijkboek Energieprestatie paragraaf 15.4.6

Aantal

Geef hier het aantal collectoren op.

Orientatie

Uit het opnameprotocol §15.4.2:

Bepaal per aanwezig zonne-energiesysteem de oriëntatie. De volgende opties zijn mogelijk: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW. Tussenliggende waarden moet je afronden op de dichtstbijzijnde oriëntatie, zie tabel 8.3.

Publicaties
Oriëntatie Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.4.2
Oriëntatie Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.4.2

Zonnecollector

Kwaliteitsverklaring via BCRG koppeling
Als je eerder aangegeven hebt dat je een kwaliteitsverklaring via BCRG wilt ophalen, dan hoef je niets meer in te vullen.

Heb je geen kwaliteitsverklaring, of vul je de gegevens handmatig in, dan volgt hieronder een toelichting op de invoervelden van de groupbox Zonnecollector.

Type collectoren

Vul hier in of er een kwaliteitsverklaring is (voor het volledige zonneboilersysteem*), of geef het type collector op: Niet-beglaasde of niet-afgedekte collector; Beglaasd of afgedekt; Vacuümbuis (met circulaire absorbeerder) of Onbekend. Als je voor Onbekend kiest, dan wordt er met niet-beglaasde collector gerekend. In het Praktijkboek Energieprestatie van ISSO staan afbeeldingen/voorbeelden van de verschillende typen.

De termen (niet-) afgedekt en (niet-) beglaasd worden beiden gebruikt en betekenen hetzelfde.

Vacuümbuis kan niet gekozen worden als het om een PVT-systeem gaat.

Uit het opnameprotocol, § 15.4.5:

 Als het een PVT-systeem betreft en het is onbekend om welk type collector het gaat, reken dan met ‘niet-beglaasd’, waarbij de verhouding tussen het totale oppervlak van de collectoren en het volume van het opslagvat voor warm water tussen 0,015 en 0,03 m²/l ligt.

Publicaties

*Kwaliteitsverklaring zonneboilersysteem

Een kwaliteitsverklaring van een zonneboilersysteem bevat minimaal de volgende gegevens:

  • de energiebijdrage QW;ren;an in kWh (per jaar);
  • de hulpenergie WW;aux;sol;an in kWh (per jaar);
  • het warmteverlies van het voorraadvat QW;bu;sto;ls;an in kWh (per jaar).

De (geïnterpoleerde) waardes kun je overnemen van de kwaliteitsverklaring. Voor interpoleren gebruik je de berekende bruto energiebehoefte tapwater. Vul eerst het hele object in, forfaitair, zonder kwaliteitsverklaring, zodat de energieprestatie berekend wordt. Als je daarna in het object naar het zonneboiler invoerscherm gaat en de kwaliteitsverklaring aan zet, wordt de bruto energiebehoefte tapwater in kWh/jaar getoond. Heeft het project meerdere woningen, dan kun je ook een rapportage alle datavelden maken en naar het tabblad ‘KV_Beh’ gaan om de behoefte van de verschillende woningen af te lezen.

Heb je hulp nodig bij het (handmatig) invullen van een kwaliteitsverklaring, neem contact op met onze Service & Support medewerkers.

Publicaties

Collector parameters bekend (kwaliteitsverklaring)

Voor deze kwaliteitsverklaring is er nog geen koppeling met de BCRG databank beschikbaar, de gegevens moet je dus handmatig overnemen van de verklaring.

  • n0 het maximale collectorrendement;
  • a1 de eerste-orde-warmteverliescoëfficiënt van de collector;
  • a2 de tweede-orde-warmteverliescoëfficiënt van de collector;
  • Khem de hoekafhankelijkheidscoëfficiënt van de zonnecollector.
De energieprestatie van objecten met deze verklaring zullen slechter worden, omdat enkele parameters slechter zijn dan de forfaitaire waarde. Desondanks is het toch verplicht de kwaliteitsverklaring toe te passen als dit type vacuümbuis toegepast wordt.
Publicaties

Zonneboiler voorraadvat

Tot slot geef je de benodigde gegevens van het voorraadvat op.

Dit voorraadvat hoef je maar 1× in te vullen, als er maar 1 voorraadvat (tapwater) is, doen vul je die alleen bij zonne-energie in en bij tapwater kun je het voorraadvat achterwege laten, je vult bij Tapwater bij aantal voorraadvaten Geen in.

Warmte t.b.v.

Hier geef je aan of de zonneboiler warmte levert aan het tapwater en/of verwarmingssysteem.

Naverwarming

Kies hier het type hier naverwarming van het voorraadvat: Voorverwarmer met separaat naverwarmingstoestel; Geïntegreerde met gasgestookte naverwarming; Geïntegreerde met elektrische naverwarming of Onbekend. Als je voor onbekend kiest, dan wordt er gerekend met een zonneboiler met separaat naverwarmingstoestel.

Publicaties
Naverwarming Utiliteit
ISSO 75.1 paragraaf 15.3.2
Naverwarming Woningbouw
ISSO 82.1 paragraaf 15.3.2
Naverwarming
Praktijkboek Energieprestatie

Volume voorraadvat (l)

Geef het volume van het voorraadvat op in liter.

Publicaties
Opslag en gebruik van zonnewarmte
Praktijkboek Energieprestatie paragraaf 15.3.3

Back-up volume bekend

Als er geïntegreerde naverwarming is (of naverwarming is onbekend), dan kun je aan vinken of het back-up volume bekend is.

Als je deze aan vinkt, kun je het back-up volume in liter invullen.

Voorraadvat aangesloten op tapwatersysteem

Kies op welk tapwatersysteem het voorraadvat aangesloten is. Dit is tapwatersysteem 1 of 2 opgegeven bij tapwater in dezelfde rekenzone.

Warmteverliezen voorraadvat o.v.b.

Geef aan hoe de warmteverliezen van het voorraadvat bepaald moeten worden. Dit kan via een eventuele kwaliteitsverklaring; een Energielabel of het Fabricagejaar (voor vaten tot en met 2000 liter).

Kwaliteitsverklaring: Als er een kwaliteitsverklaring is voor de warmteverliezen van het voorraadvat, dan kun je de warmteoverdrachtscoëfficiënt in W/(m·K) overnemen in Vabi EPA.

Het energielabel (A+ t/m G) kun je overnemen uit productspecificatie. Als deze niet bekend is, dan kies je voor het fabricagejaar.

Het fabricagejaar is opgedeeld in twee keuzes: Tot en met 2017 en vanaf 2018 (Na 2017), of een Onbekend fabricagejaar.

Veel gestelde vragen

Dit zijn invoersuggesties vanuit Vabi die niet beschreven zijn in het opnameprotocol en/of bij KEGO. Als de EP-adviseur andere invoer opties beter vindt passen bij de situatie, dan is dat mogelijk. We raden aan je motivatie van de invoer in het projectdossier vast te leggen.
Wat vul ik bij tapwater in?
Omdat een zonneboiler niet gegarandeerd voldoende warm tapwater van een legionella veilige temperatuur kan leveren, is er meestal een tweede opwekker voor warm tapwater, die bijspringt of het over neemt als de zonneboiler niet voldoende energie levert. Bij tapwater vul je de opwekker op dat deze naverwarming verzorgd.

Als er geen separate naverwarming is en de tapwatertemperatuur wordt gegarandeerd door het geïntegreerd elektrisch naverwarmingselement, kun je bij tapwater invullen als een elektrische doorstromer, of een elektrisch boiler zonder voorraadvat opgeven. Als het een zonneboilersysteem is met geïntegreerde gasgestookte naverwarming, kun je dit bij tapwater opgeven als een gasgestookt warmwatertoestel.

De opgewekte energie die door de zonneboiler wordt geleverd voor het verwarmen van warm tapwater, wordt altijd afgetrokken van de warm tapwaterbehoefte van het gekoppelde tapwatersysteem.

Dit zijn invoersuggesties vanuit Vabi die niet beschreven zijn in het opnameprotocol en/of bij KEGO. Er moet in ieder geval altijd een tapwateropwekker opgegeven worden, ook als er een zonneboiler aanwezig is. Als de EP-adviseur een andere tapwater opwekker beter vindt passen bij de situatie, dan is dat mogelijk. We raden aan je motivatie voor de tapwateropwekker in het projectdossier vast te leggen.

Hoe vul ik een gemeenschappelijke zonneboiler in?
Als er een gemeenschappelijk tapwatersysteem is, dan vul je oppervlak, aantal en het volume van het voorraadvat in van het totale zonneboilersysteem. Omdat je bij tapwater invult dat het een gemeenschappelijk systeem is, wordt de opbrengst en de verliezen oppervlakte gewogen verdeeld. Als de collectoren aangesloten zijn op meerdere voorraadvaten, dan raden we aan per voorraadvat een zonneboiler energiesysteem aan te maken (door bijvoorbeeld te kopiëren van zonne-energie in de tegellijst). Het collectoroppervlak/aantal moet dan verdeeld worden over de verschillende voorraadvaten. Als het aantal niet netjes te verdelen is, dan verdeel je het totaal collectoroppervlak (aantal × oppervlak per collector) en vul je bij aantal 1 in.

Als er een individueel tapwatersysteem is, dan moet oppervlak, aantal en het volume van het voorraadvat door de EP-adviseur zelf oppervlakte gewogen verdeeld worden, zie onderstaand rekenvoorbeeld.

Rekenvoorbeeld gemeenschappelijk zonnecollector en individuele tapwater opwekker:
Het totaal gebruiksoppervlak van de aangesloten woningen is 750 m² en het energielabel wordt opgesteld voor een appartement van 75 m². De verhouding waarmee het oppervlak verdeeld moet worden word dan 75 /750 = 0.1 (fgebouw). Het aantal collectoren is niet in decimale waarden in te vullen. Daarom verdeeld je het totale collectoroppervlak. Stel er liggen in totaal 25 panelen van 2.01 m², dan is dat totaal 50.25 m². Voor dit appartement van 75 m² wordt het collectoroppervlak dan 0.1 × 50.25 = 5.03 m² met het aantal 1.

Ook het volume moet verdeeld worden om het warmteverlies van het voorraadvat niet volledig aan het appartement toe te rekenen. Hier kan ook een factor 0.1 gebruik worden, maar een gemotiveerde berekening van volume zou ook kunnen. Immers het warmteverlies van een voorraadvat van 20 liter is niet gelijk aan het warmteverlies van twee voorraadvaten van 10 liter.

Er is 1 voorraadvat met zonnecollectors op verschillende oriëntaties. Hoe vul ik dat in?
Dan maak je meerdere zonneboilersystemen aan, met elk hun eigen oriëntatie. Het volume van het voorraadvat zul je moeten verdelen, je kunt het voorraadvat namelijk niet bij 1 van de systemen invullen en bij de overige achterwege laten. Voor verdeling van het volume kun je oppervlakte gewogen doen. Stel op West ligt 3,5 m² zonnecollector en in totaal 14 m², dan vul je voor de zonneboiler op West een kwart van het volume in. Een andere optie is een gedetailleerde berekening te maken (en bij te voegen in het projectdossier) waarbij je er rekening mee houdt dat de warmteverliezen van het voorraadvat niet evenredig zijn. Een voorraad van van 20 liter heeft minder warmteverlies, dan 2 voorraadvaten van 10 liter. Je zou voor deze berekening gebruik kunnen van de gedetailleerde uitkomsten van Vabi EPA van een elektroboiler bij tapwater. Bijvoorbeeld een 80 liter voorraadvat vul je dan niet 40 liter op ZW en 40 liter op ZO in, maar een iets lager volume, waarvan je kunt onderbouwen dat het stilstandsverlies samen ongeveer gelijk is aan de 80 liter voorraadvat. Als zonne-energie opbrengst maar een klein onderdeel uit maakt van de totale energiehuishouding, is een dergelijke berekening wellicht de moeite niet waard. Maar als er relatief veel zonnecollectoren toegepast zijn, kan een gedetailleerde berekening de moeite waard zijn.

 

In onze academy vind je meer vragen over invoer van zonneboilers.

Beschaduwing

Uit het opnameprotocol:

Bij PV(T)-panelen of zonnecollectoren wordt, in afwijking tot ramen, niet gesplitst als er verschillen in beschaduwing zijn binnen de installatie waar paneelvlakken voorkomen met gelijke oriëntatie en hellingshoek. In dit geval wordt de beschaduwing vanuit het midden van de panelen van het zonne-energiesysteem met gelijke hellingshoek en oriëntatie bepaald en ingevoerd.

Voor PV- en zonnecollectorpanelen gelden de volgende beschaduwingsopties niet: ‘Belemmering met constante hoogte evenwijdig aan verticaal zonontvangend vlak’ en ‘Overstek evenwijdig aan verticaal zonontvangend vlak’.

Je kunt er voor kiezen dat de software automatisch bepaald welke belemmering er sprake is, je vult dan alle afmetingen in van de al dan niet aanwezige belemmering, zijbelemmering (links en/of rechts) en overstek, je klikt op rekenen en je ziet welke type beschaduwing er gerekend wordt.

Je kunt ook zelf bepalen welk type beschaduwing van toepassing is, dan kun je deze direct kiezen. De onderbouwing bewaar je in het projectdossier.

Voor zijbelemmering geef je vervolgens op of die Links, Rechts of aan Beide zijden van het paneel, of de collector is, en of de relatieve breedte kleiner dan 1.0 of tussen 1.0 en 3.73 is. Deze informatie is nodig om de beschaduwingsreductiefactor (Fsh;obst;mi) uit tabel 17.10 (NTA 8800 : 2023) te bepalen.

NTA 8800 tabel 17.10 (voorbeeld: zuid)

Publicaties
Beschaduwing Utiliteit
ISSO 75.1 hoofdstuk 16
Beschaduwing Woningbouw
ISSO 82.1 hoofdstuk 16
Beschaduwing
Praktijkboek Energieprestatie hoofdstuk 16

Terug naar Installaties