1. Kies het klimaatstation

• 1.a Dit kan door middel van de knop ‘klimaat bepalen op basis van adres’. Er wordt dan het dichtstbijzijnde station gekozen
• 1.b Dit kan ook handmatig door het juiste station op de kaart te kiezen. Dit is vooral nuttig is als een locatie bijvoorbeeld aan zee is en je een station bij de zee wilt hebben, terwijl het dichtstbijzijnde station niet aan zee ligt.

2. Vul het stedelijk hitte-eiland effect in

• 2.1 Zoek op de hitte kaart het stedelijk hitte eiland effect door het adres in te vullen bij de zoekfunctie linksboven. Deze link is ook direct te selecteren in EPA.

• 2.2 Lees door middel van de legenda rechts het stedelijk hitte-eiland effect af of gebuik de ‘informatie op locatie’ links en vul deze waarde in bij ‘stedelijk hitte eiland-effect’

Wanneer welk klimaatfile?

Voor elk doel is er een klimaatfile:

1. Energielabel, BENG-eisen: Gemiddeld Nederland
2. Maatwerkadvies besparing: Gemiddeld locatie
3. Maatwerkadvies fitberekening: Tijdperiode locatie

Bij berekening van de besparing is het nodig om de gemiddelde klimaatgegevens van een locatie te hebben, zodat de toekomst kan worden bepaald.  Wanneer ook een fitberekening wordt uitgevoerd is het nodig om de bekende metergegevens te vergelijken met een klimaatfile uit die specifieke jaar, er wordt dus vergeleken met de historie.

In dit artikel wordt het selecteren van een klimaatstation uitgelegd, dit is nodig voor maatwerkadvies besparing.

Er zijn 33 klimaatstations van het KNMI bruikbaar:

Bekijk deze op google maps: https://goo.gl/maps/ucDUYUqZGiCiSttHA en de codes van de weerstations:

Referentieklimaatjaar

Wanneer een weerstation is geselecteerd, wordt automatisch het referentieklimaatjaar geproduceerd, deze is als volgend vastgelegd in de NEN5060:

1. Januari: 2001
2. Februari: 2004
3. Maart: 2004
4. April: 2002
5. Mei: 2000
6. Juni: 2011
7. Juli: 2008
8. Augustus: 2001
9. September: 2011
10. Oktober: 2010
11. November: 2003
12. December: 2003