Meetgegevens casus:

Stappenplan:

1. Zet ‘Fitten’ aan
2. Ga naar de KNMI site via de knop in de software of deze link
3. Download de klimaatfile van Berkhout uit 2021
   • Ctrl + f: ‘berkhout’
   • Download ‘249 – Berkhout| 2021 – 2020 |’
4. Klik op de ‘…’ achter het klimaatbestand
5. Selecteer de klimaatfile die in stap 3 gedownload is. Het is niet nodig deze uit te pakken.
6. Kies voor jaar: 2021.
7. Klik op ‘Importeer klimaatbestand’
8. Vink de energiedrager ‘Gasverbruik [m3]’ aan.
9. Vul de maandgegevens in.

Meetgegevens casus:

Stappenplan:

1. Zet ‘Fitten’ aan
2. Ga naar de KNMI site via de knop in de software of deze link
3. Download de klimaatfile van Rotterdam uit 2008
   • ctrl + f: ‘Rotterdam’
   • download ‘344 – Rotterdam| 2001 – 2010 |’
4. Klik op de ‘…’ achter het klimaatbestand
5. Selecteer de klimaatfile die in stap 3 gedownload is. Het is niet nodig deze uit te pakken.
6. Kies voor jaar: 2008.
7. Klik op ‘Importeer klimaatbestand’
8. Vink de energiedrager ‘Gasverbruik [m3]’ en ‘Totaal elektriciteit (netto) [kWh]’ aan.
9. Vul de maandgegevens in.

Fitten is de berekening aanpassen zodat deze zo goed als mogelijk ‘fit’ op de gemeten energieverbruiken.  Door dit te doen zijn de energiebesparingen en terugverdientijden van de maatregelen maatwerk, en geen standaard terugverdientijden die alleen kloppen bij een standaard gebruikersprofiel.

Fitten is vooral waardevol als het gebruik na het maatwerkadvies zoveel mogelijk hetzelfde blijft. Bij de verkoop van een woning is fitten bijvoorbeeld minder waardevol, doordat het huis anders gebruikt zal worden. Maar ook in dat geval kan er bij de gefit worden op de warmtebalans (infiltratie, ventilatie en isolatie) bij de detail fit van het gebouw. Of fitten waardevol is, is afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever.

In de BRL staat dat als fitten niet zinvol is, de EP-adviseur de reden hiervoor vast moet leggen in het projectdossier.

Om te kunnen fitten zijn er meetgegevens nodig. Er zijn twee verschillende soorten fitprocedures:

1. Basis fit (jaargegevens)
2. Detail fit (maandgegevens)

Voor een detail fit is het aan te bevelen om een heel jaar te fitten, maar minimaal zijn maanden in en buiten het seizoen nodig.

Klimaatbestand

Om een goede vergelijking te maken moet de klimaatdata van het KNMI geïmporteerd worden van het meeste gelijkende weerstation van de meetperiode. Hiervoor zal een aparte ‘fitberekening’ gemaakt worden met een historisch klimaatfile.

Eerder is al het meest gelijkende weerstation gekozen. Op deze pagina (deze is direct vanuit de software te openen) is de historische klimaatfile te downloaden.

Er zal gerekend worden met de temperatuur en de zoninstraling van het geïmporteerde klimaatstation. Het is mogelijk dat de klimaatfile onvoldoende data heeft. Hier zal een melding op gegeven worden. Selecteer dan een ander meest lijkende klimaatfile. Het kan dus zijn dat het geselecteerde en het geïmporteerde klimaatbestand verschillend zijn om deze reden.

Bij het berekenen van de terugverdientijd van maatregelen is het nodig om de gemiddelde klimaatgegevens van een locatie te hebben, zodat de toekomst kan worden bepaald. De terugverdientijd van isolatie wordt daarom niet minder als er toevallig een heel warm klimaatfile geïmporteerd wordt. Wanneer ook een fitberekening wordt uitgevoerd is het nodig om de bekende meetgegevens te vergelijken met een klimaatfile uit die specifieke jaar, er wordt dus vergeleken met de historie. Er worden dus automatisch twee verschillende soorten berekening gemaakt, voor verschillende doelen:

1. Fitberekening: Historisch klimaatfile, voor het vergelijken van meterstanden.
2. Gemiddelde berekening: Gemiddeld klimaatgegevens, voor het bepalen van de terugverdientijd

Het MWA gebruik scherm per rekenzone zal als fitten aanstaat de fitberekening tonen. In de titel wordt aangeven welk jaar is berekend. Als het fitten uitstaat zullen de resultaten van de gemiddelde berekening getoond worden.

Het resultaten scherm, de maatregelen en varianten zal altijd de resultaten tonen van de gemiddelde berekening.

Energiedragers en fitten met zonnepanelen

Hier kunnen de meetgegevens ingevuld worden die gebruikt worden voor het fitten.

Elektriciteit wordt vergeleken op ‘Totaal elektriciteit (netto)’. Voor de meterstanden is dit de levering min de terug levering. Voor de MWA-berekening is dit het verbruik min de productie. Alhoewel dit verschillende resultaten zijn, zijn deze onderaan de streep te vergelijken.

Voorbeeldenergienota: De levering is 3000 kWh, de teruglevering is 500 kWh. Vul bij elektriciteit (netto) 3000 – 500 = 2500 kWh in. 

Er kan ook gefit worden op de elektriciteitsopwekking van de PV-panelen. Hiervoor is de data van de terug levering op de energiefactuur niet bruikbaar. Dit komt omdat gelijktijdig opwekking en verbruik niet zichtbaar op de meter is. Om de fit te kunnen maken is de data van de omvormer nodig. Het is aan te raden deze te verzamelen zodat er zuiver op één parameter gefit kan worden. Anders kan het voorkomen dat de productie onder gewaardeerd wordt, het verbruik over gewaardeerd en dit onderaan de streep een goede fit lijkt te zijn.

Voorbeeld:

Elektriciteitsverbruik buiten thermische zone (bv: elektrische auto opladen)

Voor het maken van een fit is het noodzakelijk dat de ingevulde meterstanden en de berekeningsuitgangspunten met elkaar overeenkomen. De invoer van elektriciteitsverbruik niet gebouwgebonden wordt gewaardeerd door de interne warmteproductie. Hierdoor hoeft de verwarming in de winter minder energie te leveren. Het elektriciteitsverbruik buiten de thermische zone moet daarom van de meterstanden afgetrokken worden. Vaak is dit niet bekend omdat dit apart gemeten wordt. Er kan dan niet gefit worden op de interne warmteproductie en elektriciteitsverbruik. Er kan nog steeds gefit worden op het tapwaterverbruik, de warmtebalans (helling) en de stook- en koelgrens.

Naast het opladen van de elektrische auto is een elektrische jacuzzi ook een voorbeeld van elektriciteitsverbruik buiten de woning.

Voorbeeld: De meterstanden voor elektriciteit zijn op jaarbasis 4000 kWh. Hiervan wordt 1000 kWh verbruikt voor het opladen van de elektrische auto. Vul bij de meterstanden 4000-1000 = 3000 kWh in.